Iktionaire
Sluip en sluik
Jan Kuitenbrouwer
Top-zoveels. Het is een tik van de tijdgeest.
Roep gerust dat Bert Luppes de Acteur Van Het Jaar is vanwege zijn magistrale George in de Virginia Woolfvan het Onafhankelijk Toneel, ik zal het zelfs beamen, maar een ranglijst, met nummers twee en drie? De olympificatie van de cultuur, mag ik het zo zeggen? Overal dat atletische erepodium. (Dat niet eens klopt, want de schavotjes twee en drie zijn even hoog. Doe het dan góéd.)
Oké, ik heb dus één Woord van het Jaar 2005. In Taal van het jaar vijf. Kroniek van het Nederlands in 2005, van Ton den Boon, staat het niet. Wat niks zegt natuurlijk, want hoe dateer je een woord? Misschien ‘bestond’ het al. Ja, met aanhalingstekens, want zeg nou zelf, wat heet ‘bestaan’?
Eigenlijk is het niet één woord, het kent twee gedaanten, en ze zijn allebei mooi. Ik kan moeilijk kiezen. Google heeft een duidelijke voorkeur: variant één komt maar drie keer voor, variant twee ongeveer honderd keer zo vaak. Ik verstond variant één, de eerste keer dat ik het woord hoorde (op de radio). Het ging over het stroomverbruik van huishoudelijke apparaten die ‘uit’ staan. In werkelijkheid zijn ze niet uit, ze zijn een beetje aan en gebruiken een beetje stroom, het zogenoemde, daar komt-ie, sluikverbruik.
Ja, sluikverbruik.
Een woord dat, je zou haast zeggen: goed in z'n vel zit. Denk aan Picasso's stierenkop van een fietszadel en een stuur. ‘Man made’ en toch vanzelfsprekend. Een woord als broekhoest heeft het ook. Het verschil tussen vergezocht en vergevonden, als u begrijpt wat ik bedoel.
Versie twee is sluipverbruik, met een p dus.
Niet dat dubbele binnenrijm, maar toch, een goed woord.
Sluik en Sluip, aangenaam. (Hoewel?)
De een zoekt het in camouflage, de ander in stilte. De een komt zonder dat je 'm hoort, de ander is er al maar je ziet hem niet. Sluiken is trouwens ook een werkwoord. Een soort smokkelen. Opium sluiken, bijvoorbeeld. En wat het óók betekent: ‘sluipen’. Dus. (Let op: behalve een woord is dus tegenwoordig ook een zin.)
Sluik- is mooier, maar sluip- denk ik toch beter.
Sluik suggereert boze opzet, zoals bij sluikreclame, of sluikafval (Belgisch voor illegaal gestort afval), maar dat lijkt me in dit geval moeilijk hard te maken. Zo'n apparaat gebruikt nu eenmaal een beetje stroom, ook als het ‘uit’ is, daar zit verder niets achter. Sluipen is natuurlijk ook niet helemaal bonafide, maar in dat geval kan het ook de elektriciteitsrekening zijn die sluipt, of de ondergang van onze energiegulzige beschaving, als je het ecologisch wilt bekijken. Dus.
Zeg, trouwens, het zal toch geen misverstand zijn? Een geval van volksetymologie, zoals dat heet? Dat mensen het niet goed verstaan, en er iets anders van maken? Zoals met sluipreclame?
Hoe dan ook, mijn stem gaat naar sluikverbruik. Hou het in de gaten.
Dat woord, bedoel ik.