Het mooiste woord van...
Thomas Verbogt
Mijn roman Verkeerde sneeuw verscheen in 1994. Toen ik eind 1993 aan het boek begon, had ik drie dingen: een in een droom aangereikte zin, waarvan ik toen dacht dat het de slotzin zou zijn, het beeld van een fascinerende en angstaanjagende jonge vrouw, én ik had de titel. De titel van een boek komt bij mij meestal laat. Het kost me vaak moeite er een te bedenken. Verkeerde sneeuw kreeg ik echter cadeau. Op een winterse dag stond ik in de trein. Die stopte ergens in een schemerig landschap tussen Utrecht en Amsterdam en de conducteur liet weten dat er enige vertraging was ‘doordat de rails nat zijn’. Ik had nog nooit van dit ongemak gehoord. Ik schoot in de lach. Naast me stond een vrouw die zei dat ze een paar dagen geleden in Londen was en op Victoria Station de trein wilde nemen. Daar werd omgeroepen dat het treinverkeer hinder ondervond van ‘verkeerde sneeuw’.
Ik had de titel. Dat niet alleen. Ik had de sfeer van het boek. De titel die zomaar mijn leven binnen kwam dwarrelen, gaf de betekenis van het nog te schrijven boek een glans die me opgewonden stemde.
Wat mij betreft een zuiver voorbeeld van innerlijke tegenspraak: verkeerde sneeuw. Ik heb het niet over rampen en ook niet over lastige en desastreuze consequenties, ik zeg dat sneeuw nóóit verkeerd kan zijn. Ik houd van sneeuw, ik houd van het zachte woord sneeuw. Waarom? Vanwege de eerste keer dat ik opstond, de gordijnen opende en naar een stille, witte wereld keek. Mijn eerste herinnering aan geluk. Daarom.
Ik weet niet hoe oud ik was, maar ik dacht: bijna alles wat is gebeurd, is nu voorbij. Als de sneeuw verdwenen is (en het mag nog heel lang duren voor het zover is), begint er een nieuwe tijd. Daarom is het licht anders en daarom heeft wat ik van de wereld zie, een andere kleur. Daarom lijkt het alsof er alleen nog gefluisterd wordt. Daarom lopen de mensen behoedzaam en zien ze er onhandig en vrolijk uit.
Sneeuw is een belofte. Als ik het woord lees of opschrijf, tintelt die belofte.
In een vroeg gedicht van Remco Campert lees ik:
Winter nadert.
Ik voel het aan de lucht
en aan de woorden die ik schrijf.
Alles wordt klaarder (...)
Die klaarheid bedoel ik. Winter gaat vooraf aan sneeuw. In het woord winter sneeuwt het al, we zien die sneeuw nog niet, maar verheugen ons er wel op.
Een onbekende Chinese dichter schreef ‘Vroege sneeuw’. Een mooiere titel is nauwelijks denkbaar. Slauerhoff vertaalde het:
Ik hoor je soms heesch fluisteren.
Om 't bed staat de stilte, de nacht.
De bamboeboschjes kraken zacht,
Buiten in het verdere duister,
Want het gaat sneeuwen in den nacht,
Morgen is de wereld wit,
Wordt het winter.
Onze liefde... waarom huiver je?
Die geheimzinnigheid, die veiligheid, de nieuwe wereld en de kinderlijke verbazing daarover, ja, de intimiteit van sneeuw. Gewoon uit de hemel op ons neergedaald.
Thomas Verbogt (1952) schrijft romans, verhalen, toneelstukken en columns. Eind 2004 verscheen van hem de verhalenbundel Zo gaan die dingen.