| |
| |
| |
Internetum; instrumentum computatorium
Het Latijn in de 21ste eeuw
Marc Leijendekker
Het Latijn mag dan een dode taal zijn, het wordt toch nog wel degelijk gebruikt. In het Vaticaan bijvoorbeeld. Helemaal probleemloos gaat dat niet, want voor eigentijdse zaken als abortus, computers en pacemakers heeft het Latijn geen woorden. Onlangs is daar iets aan gedaan: er verscheen een heus modern Vaticaans woordenboek. Hoe ziet dat eruit? En helpt het om het Latijn toch nog wat in leven te houden?
De ‘latin lover’ is een begrip in Italië en ver daarbuiten, maar er is een wereld van verschil tussen de jonge mannen die bij de Trevi-fontein aanpappen met blonde meisjes uit Noord-Europa, en die andere ‘latin lovers’: de overwegend oude mannen in het Vaticaan die hun liefde belijden voor een taal die volgens velen eigenlijk al dood is.
De mannen van de Trevifontein kunnen zoals veel Latijnse mannen mooi en uitvoerig praten over alles wat hun te binnen schiet. Maar de prelaten in het Vaticaan kwamen tot voor kort letterlijk woorden te kort als ze elkaar iets wilden vertellen in de taal die hen al zo lang verbindt, het Latijn. Een mooie film gezien? Tegen abortus? Geld overmaken via de giro? Een pacemaker nodig? Het waren allemaal dingen die niet gezegd konden worden omdat er geen woorden voor waren. En dat is een enorm probleem als je het Latijn wilt blijven gebruiken als de universele taal van de Katholieke Kerk.
| |
Onbespreekbaar
Vroeger, in de Middeleeuwen, bestond dit probleem niet. Het Latijn paste zich op natuurlijke wijze aan aan de behoefte van de gebruiker. De zinsbouw veranderde als dat nodig was en nieuwe woorden vonden geruisloos hun plaats. Maar in de Renaissance besloten de kerkelijke autoriteiten het Latijn te fixeren: er werd streng vastgehouden aan het klassieke Latijn. In de eeuwen daarna veranderde er niet veel. Daarom is er voor heel veel nieuwe zaken eigenlijk geen goede Latijnse term. En als je iets niet kunt benoemen, bestaat het eigenlijk niet - althans, volgens de taalfilosofen.
Voor de Katholieke Kerk, die het Latijn nog steeds gebruikte toen vrijwel alle wetenschappers en dichters waren overgestapt op andere talen, leverde dat grote problemen op. Fax? Fiets? Föhn? Het waren begrippen waarvoor geen woord was in de dagelijkse gesprekken tussen priesters uit verschillende delen van de wereld die in het Latijn met elkaar praatten. Ringweg? Rijschool? Ruitenwisser? Onbespreekbaar, ook in het discours van de Katholieke Kerk, want bij meningsverschillen over de interpretatie van alle officiële documenten van het Vaticaan geldt immers nog altijd de Latijnse brontekst (die ‘editio typica’ wordt genoemd) als scheidsrechter.
In een poging het Latijn bij de tijd te maken heeft een groep mannen in het Vaticaan met engelengeduld lange lijsten gemaakt van ‘nieuwe’ woorden - ‘nieuw’ in het tijdsbesef van het Vaticaan, waar de klok meestal langzamer tikt dan elders in de wereld. Zoekend en pratend met andere latin lovers is geprobeerd voor die nieuwe termen een Latijns equivalent te vinden.
| |
Computator
Het resultaat van hun inspanningen is een dik woordenboek eigentijds Latijn, een lijst van duizenden ‘nieuwe’ woorden, het Lexicon recentis Latinitatis. Het opstellen hiervan was een enorm project, dat meer dan tien jaar heeft geduurd. Het uitgangspunt was het vermijden van echt nieuwe woorden. In plaats daarvan streefden de samenstellers van het woordenboek naar omschrijvingen met behulp van bestaand Latijn. Dat beginsel was niet onomstreden: waarom zouden er geen nieuwe Latijnse woorden kunnen worden verzonnen?
Een veelgebruikt voorbeeld in dit debat was het woord computer. Dat is direct afgeleid van het Latijnse werkwoord computare, ‘rekenen’. Waarom zou er niet één, met enige fantasie geconstrueerde term gebruikt kunnen worden, in plaats van het lange instrumentum computatorium? Of waarom niet de betekenis van het al bestaande Latijnse woord computator (‘rekenaar’) uitgebreid? Maar vanwege de zuiverheid van de taal is er uiteindelijk toch voor gekozen zo weinig mogelijk nieuwe woorden op te nemen, hoewel de introductie van woorden als hinduismus, marihuana, mafia en margarinum onvermijdelijk bleek.
De nieuwe woorden zijn meestal op de een of andere manier te herleiden tot bestaande Latijnse woorden. Dat geldt bijvoorbeeld voor biscapha (‘catama- | |
| |
ran’, van bi, ‘twee’ en scapha, ‘kleine schuit’), ridicularius (‘clown’, nieuwe betekenis naast ‘grappenmaker’) en armentarius (‘cowboy’, nieuwe betekenis naast ‘koeherder, veehoeder’). Maar vaak heeft men de voorkeur gegeven aan een omschrijving. Een locomotief is een ‘currus tractorius’ (‘slepende wagen’) geworden, een minirok een ‘tunicula minima’ (‘klein tuniekje’) en een atoombom een ‘pyrobolus atomicus’ (van pyra ‘brandstapel’ en bolus ‘worp’). En veel omschrijvingen hebben nóg meer woorden nodig. Het simpele (Engelse) woord jeep is in het Latijn autocinetum locis iniquis aptum (‘zelfbeweger geschikt voor moeilijke plaatsen’). Motorcross werd certamen birotarum automatariarum campestre (‘wedstrijd van tweewielige zelfbewegende apparaten in de vlakte’) en de vertaling van doping luidt usus agonisticus medicamenti stupefactivi (‘wedstrijdgebruik van bedwelmende middelen’). Een aantal andere nieuwe woorden staan in het kader hiernaast.
| |
Vaticanum II
De vraag is nu of dit nieuwe woordenboek het Latijn nog zal kunnen redden, want steeds minder priesters en prelaten beheersen de taal. Het Latijn komt steeds meer onder druk te staan. Op de website van het Vaticaan (www.vatican.va) is geen Latijn te vinden. Radio Vaticaan zendt volgens zijn website uit in dertig talen, maar het Latijn is daar niet bij - het eveneens niet meer springlevende Esperanto wél. Het afnemende belang van het Latijn is een ontwikkeling die begon in de jaren zestig van de vorige eeuw. Een belangrijk keerpunt was het Tweede Vaticaans Concilie (Vaticanum II), dat van 1962 tot 1965 in Rome is gehouden. Deze kerkvergadering was door paus Johannes XXIII bijeengeroepen om te onderzoeken of de Katholieke Kerk nog wel voldoende aansluiting had bij de moderne tijd. Een van de ingrijpendste besluiten van het concilie was dat de mis voortaan ook zou kunnen worden opgedragen in de landstaal, zodat de gelovigen zich beter bewust zouden worden van wat er eigenlijk werd gezegd.
Illustratie: Matthias Giesen
| |
Modern latijn
Om de paar jaar publiceert het Vaticaan het Lexicon recentis Latinitatis, een vuistdik woordenboek waarin moderne begrippen een Latijns equivalent krijgen. Een kleine greep:
ignitabulum nicotianum aansteker
lens inserticia contactlens
exterioris paginae puella covergirl
pulsator drummer
tractatrix masseuse
potio agitata milkshake
tempus bipartitum parttime
carnis cremor paté
placenta compressa pizza
Russorum Caesar tsaar
pediludium voetbal
obscena observandi cupidus voyeur
vischium whisky
hora solaris zomertijd
opera clandestina zwartwerk
Onder invloed van dit besluit verloor het Latijn terrein in de Katholieke Kerk. Stukje bij beetje werden de eisen die aan de kennis van priesters werden gesteld, afgezwakt. Net zoals er een grote kloof gaapt tussen de vertaalvaardigheid van gymnasiasten van nu en die van veertig jaar geleden, is er een enorm verschil tussen de priesterstudent van vroeger en die van nu. Door de kortere studieduur is een gedetailleerde kennis van het Latijn voor de meeste jonge priesters eenvoudigweg niet haalbaar.
| |
Latinitas
Deze afname van de kennis van het Latijn binnen de Katholieke Kerk was de kerkelijke autoriteiten natuurlijk niet ontgaan. In 1976 besloot de toenmalige paus, Paulus VI, dat er iets aan gedaan moest worden. Hij richtte de kerkelijke stichting Latinitas op. Die kreeg als belangrijkste taken de studie van het Latijn te stimuleren en het gebruik van het Latijn te bevorderen, onder meer door teksten in die taal uit te geven. Vergeefse moeite, zo lijkt het, want in de wandelgangen van het Vaticaan heeft het Latijn de strijd verloren van het Italiaans en het Engels; en als het daarmee niet lukt om met elkaar te praten, dan gebeurt dat wel in het Spaans of het Frans. Vroeger waren er bij het Secretariaat van Staat (het Ministerie van Algemene Zaken van het Vaticaan) hele afdelingen belast met het vertalen van documenten in het Latijn. Nu houden nog maar een paar prelaten zich daarmee bezig.
| |
Latijn op internet
De stichting Latinitas geeft echter niet op, en de medewerkers zijn zeker niet de enigen die zich inzetten voor het behoud en het revitaliseren van het Latijn. Internet (‘internetum’) heeft het mogelijk gemaakt dat latinisten uit verschillende plaatsen elkaar treffen op een virtueel forum op het world wide web (‘tela totius terrae’, oftewel ‘ttt’). Op het ttt zijn gepassioneerde pleidooien te lezen voor het Latijn. Je leert er helder door denken, stelt men, en het is de moedertaal van Europa. Bovendien vormt het een link naar de klassieke Oudheid, een van de fundamenten van onze beschaving. Maar er wordt ook gedebatteerd,
| |
| |
over vragen als: Wat is het eigenlijke doel van pogingen om het Latijn in leven te houden? Moet je streven naar een zo goed mogelijke beheersing van een door velen als moeilijk ervaren taal die nergens meer wordt gesproken? Of moet het doel juist zijn kennismaking met en overdracht van de antieke cultuur, waarvan Latijn een onderdeel is, maar ook niet meer dan een onderdeel?
Het Vaticaan staat in deze discussie langs de zijlijn. Voor veel internet-latinisten is het Latijn allereerst een verbinding met de klassieke cultuur, en veel minder met het ‘rijke roomse leven’. Maar latin lovers, uit het Vaticaan of niet, kunnen op internet wel hun hart ophalen en nieuwe ideeën opdoen. Wie het nieuws in het Latijn wil horen, kan doorklikken naar Radio Bremen (www.radiobremen.de) of naar de Finse site www.yleradio1.fi/nuntii. Voor computertermen kun je terecht op www.obta.uw.edu.pl/~draco/docs/ voccomp.html, en de weersverwachting staat in het Latijn op latin.wunderground.com.
De internetgemeenschap van latinisten en de liefhebbers van Latijn in het Vaticaan die met enige regelmaat vertalingen van nieuwe woorden in het Latijn publiceren - allemaal hopen ze de taal levend te houden. En allemaal hopen ze dat het nieuwewoordenboek een ‘liber maxime divenditus’ wordt, een bestseller, zodat het Latijn binnenkort zelfs bij de Trevi-fontein te horen is. ‘Vis autocinetum duabus sellis instructum videre?’ klinkt immers een stuk intrigerender dan ‘Wil je mijn sportwagen zien?’
| |
Scriptorioli et auctores disneyani (‘striptekenaars’)
Latinisten hebben ook stripfiguren ingezet om de belangstelling voor Latijn levend te houden. Suske en Wiske worden dan ‘Lucius et Lucia’, Popeye is ‘Popeius’, Donald Duck wordt aangesproken als ‘Donaldus Anas’, en Mickey Mouse heet ‘Michael Musculus’ - en in Nederland hebben we natuurlijk ‘Jippus et Jannica’.
Dit artikel is een bewerking van de inleiding die Marc Leijendekker schreef bij het Vaticaans woordenboekje (Athenaeum - Polak & Van Gennep, 2005), dat een selectie van de opvallendste termen uit het Lexicon recentis Latinitatis bevat.
|
|