Vraag en antwoord
Taaladviesdienst
Ken je klassieken/klassiekers
? Wat is de juiste formulering: ‘Ik ken mijn klassieken’ of ‘Ik ken mijn klassiekers’?
! De uitdrukking staat in Koenen (1999) als ‘ken je klassieken’ en in Van Dale (2005) als ‘ken uw klassieken!’ De versie met klassiekers staat niet in de naslagwerken, maar is ook te verdedigen.
Klassieken verwijst naar schrijvers en kunstenaars uit de oudheid of een bepaalde bloeitijd (‘Hooft en Vondel zijn onze voornaamste klassieken’), of naar klassieke werken die van blijvende waarde zijn. Klassiekers is breder: dit zijn liedjes, boeken, toneelstukken, enz. die nog steeds worden gezongen, gelezen, gespeeld, enz.
De uitdrukking roept vanwege het bezittelijk voornaamwoord associaties op met het onderwijs: zinnen als ‘Ken jij je wiskunde?’ en ‘Ik heb mijn Engels al gedaan’ hebben betrekking op lesstof. En aangezien op school vooral klassieken worden onderwezen, ligt ‘Ik ken mijn klassieken’ meer voor de hand. Van Dale noemt de uitdrukking dan ook bij de betekenis ‘werken van klassieke kunstenaars, schrijvers’ - maar meldt dat klassieken in deze betekenis synoniem is met klassiekers.
Dat laatste is op zich al een argument om ook ‘Ik ken mijn klassiekers’ goed te keuren. Bovendien verwijst de uitdrukking niet per se naar klassieke werken, maar naar vrijwel alles wat iemand met enige algemene ontwikkeling hoort te kennen. Kennelijk spreekt ‘Ik ken mijn klassiekers’ meer tot de verbeelding, want deze variant komt (met verschillende bezittelijke voornaamwoorden) op internet vele duizenden keren voor, terwijl de variant met klassieken slechts enkele honderden treffers oplevert.