Spaan
Bel
Henk Spaan
Het was een chic gezelschap dat door de bewoonster in haar Brusselse herenhuis werd rondgeleid. Men sprak Nederlands en Frans door elkaar. Dat wil zeggen: de Nederlandse vrouwen spraken ook Frans, de Franse uiteraard geen Nederlands. Alleen een woord als godverdomme, dat de Nederlandse dochters van industriëlen veertig jaar geleden op kostschool aan hun Franse medeleerlingen hadden geleerd, kwam er nog steeds vlekkeloos uit. Naar nu pas bleek, behoorden sommigen van de Françaises tot de hoogste adel. Daarover hield je in de jaren zestig mooi je mond. Nu die maatschappelijke gêne was verdwenen, vertelde men honderduit over het kasteel in Tours van een van hen en over een broer die minister van justitie was.
‘Kijk, een negentiende-eeuwse stommeknecht’, zei een van de dames. Ze kenden hun bijzettafeltjes. Zonder problemen determineerde men tot op het decennium de datum van herkomst van het stomme ding. Op de theeboy stond een servies vol craquelures. Zonder schroom tilde deze en gene de bordjes op om naar de onderkant te kijken. Wij, nette burgers, denken dat je zoiets niet doet, maar de dames zaten echt niet met hun onbescheidenheid.
‘Tiens, Haviland’, zei een dame. Niemand hoefde haar te vertellen dat dit een in de negentiende eeuw door Amerikanen in Limoges gestichte porseleinfabriek was. Automatisch schakelde iedereen over op het Frans.
‘En bas on trouve la cuisine, en haut les salles de bains et chambres à coucher et ici le bel-étage’, zei de Brusselse. Een van de Nederlandsen bleef stokstijf staan.
‘Horen jullie dat? Ze zegt bel-etáge, met de klemtoon op de a!’
‘Jazeker, hier ontvang ik. Dit is mijn salon’, zei de vrouw. Het Nederlandse contingent begon druk door elkaar te praten. Dat zij de klemtoon juist op de e legden, (‘bél-etage’), omdat daar, het trappetje op naar de voordeur, de bel zat waarmee je aanbelde. Ze wisten niet beter dan dat het woord bel-etage op de bel sloeg.
Nee hoor, zeiden de Fransen. Op de verdieping boven de keuken bevindt zich traditiegetrouw de mooie kamer, de opkamer, de salon. Vandaar belétage, met een accent op de e, maar de klemtoon op de a.
‘Dit ga ik thuis meteen opzoeken in Van Dale’, zei een van de dames.
Daar stond: ‘bel-etage (quasi-Fr.)’.
Van Dale: quasi-woordenboek.