Spaan
Sportjournalistiek
Henk Spaan
Er was laatst een leuk voetbalfilmpje bij Talpa. Een camera en een microfoon hadden Willem II-trainer Robert Maaskant gevolgd tijdens een wedstrijd. Een keer of tien stond de man op van zijn bank, brulde ‘godverdomme’ het veld in en ging met een lichaam vol stress weer zitten. Deze trainer wordt de ‘kroonprins’ van zijn gilde genoemd. Maar met een herhaald ‘godverdomme’ komt een kroonprins er niet. Zelfs niet in de voetbalsport.
Aan de sportjournalistiek valt de taak ten deel ‘chocola te maken’ van die godverdommes. (Ik mag die uitdrukking ergens chocola van maken gebruiken. Bij mijn vrouw thuis hadden ze vroeger de chocoladefabriek Van Dungen. Nog steeds kunnen wij overal chocola van maken.)
De sportjournalistiek heeft het, ook om allerlei andere redenen dan het gebrek aan nuance in de respectievelijke godverdommes van het Oosterpark in Groningen tot Kaalheide in Kerkrade, niet gemakkelijk. Toch wordt er door andere krantenredacties nog weleens neergekeken op de afdeling sport, terwijl daar echt het hardst wordt gewerkt.
Met veel enthousiasme heeft de redactie van het voetbaltijdschrift Hard gras een prijs in het leven geroepen die het beste sportartikel van het jaar wil honoreren. Begin november is de prijs uitgereikt aan Marije Randewijk van de Volkskrant voor haar artikel over de zelfmoord van de wielrenner Michel Zanoli.
Ik citeer uit het juryrapport, dat begint met een citaat van de schrijver Richard Ford, die tien jaar geleden de Pulitzerprijs won met zijn roman Independence Day. ‘Sport veroorzaakt in de wereld eigenlijk heel weinig dat van blijvende waarde is, tenzij per ongeluk. Dit is een fundamenteel element aan de sport dat door de schrijvers moet worden bevochten en overwonnen, willen zij zichzelf interessant maken.’
Nog even een paar emancipatoire opmerkingen uit genoemd juryrapport. ‘Denkend aan de opdracht van Richard Ford aan ons, sportschrijvers, tot het doen vergeten van de intrinsieke leegheid van ons onderwerp, biedt het een zekere troost te beseffen dat het misschien juist wel de sport is die de mogelijkheid schept tot het zoeken van stilistische wegen die op andere terreinen niet gewenst zijn. Het is vrij zeker dat de lyriek van Hugo Camps op de Haagse redactie van NRC Handelsblad met hoog opgetrokken wenkbrauwen zou worden begroet.’
Kortom, de sport uit zich in godverdommes en van de sportschrijvers wordt gevraagd de primaire emoties vorm te geven. Ik vraag respect voor de sportjournalistiek.
Het bekroonde artikel van Marije Randewijk is te vinden op www.volkskrant.nl/zanoli.