Ritme
Aan de Spinozaprijs die de Nijmeegse onderzoeker deze maand ontvangt, is een bedrag van anderhalf miljoen euro verbonden, dat hij naar eigen inzicht mag besteden aan wetenschappelijk onderzoek. Weet hij al waar hij het aan wil uitgeven? ‘We weten nu al vrij veel over welk stukje van de hersenen welke taak uitvoert. Wie een woord hoort, krijgt het begrip dat het woord uitdrukt in het ene deel van de hersenen, en de klanken in een ander deel. Maar hoe communiceren die hersendelen met elkaar? Daarover is nog maar heel weinig bekend, en dat zou ik willen uitzoeken.’
De uitkomsten van zulk vernieuwend onderzoek zijn per definitie onzeker. ‘Daarom wil ik dit geld er ook aan besteden; met gewone projectaanvragen krijg je zulk risicovol werk moeilijk gefinancierd.’ Toch heeft Hagoort wel een idee waar hij de oplossing moet zoeken: ‘De cellen in elk gebiedje in de hersenen wisselen tijdens een activiteit in een bepaald ritme elektrische pulsen uit. Er zijn aanwijzingen dat twee gebiedjes die samenwerken een tijdlang precies hetzelfde ritme volgen: dat is dan de bron van de communicatie die soms over grote afstand verloopt.’
Terwijl hij als wetenschapper een zeer exacte methode voorstaat, heeft Hagoort ook oog voor de poëtische kwaliteiten van taal. Hij heeft enkele teksten geschreven voor een groter publiek, die opvallen door de soepelheid van hun stijl. De hoogleraar bekent in zijn jeugd wel gedichten geschreven te hebben - ‘maar dat heeft iedereen wel’ - en is een verklaard liefhebber van dichters als Lucebert en Gerrit Kouwenaar, die hij in het jaar 2000 beiden in zijn intreerede als hoogleraar citeerde.
Spinozaprijs-winnaar prof. dr. Peter Hagoort liet zien wat er in de hersenen gebeurt als mensen luisteren naar een zin die niet klopt.
Foto: Marc van Oostendorp
Zijn die voorliefde voor het exacte en de poëzie niet met elkaar in tegenspraak? Hagoort gelooft er niets van. ‘Door de zaken goed te bestuderen, worden het raadsel en de schoonheid alleen maar vergroot. Een collega vertelde me onlangs dat bij een embryo van zes centimeter groot de hersenen groeien met 225.000 cellen per uur. Dat is adembenemend, als je erbij stilstaat.’