Het mooiste woord van...
Nannie Kuiper
Als kind ving ik veel woorden op waarvan ik de betekenis niet begreep. Vooral als volwassenen met elkaar aan het praten waren en ik flarden van verhalen hoorde. Vaak interesseerden mij die woorden niet, omdat ik te veel in mijn eigen spel verdiept was. Soms maakten onbekende woorden mij wel nieuwsgierig. Dan vroeg ik ernaar, of probeerde zelf te ontdekken wat ermee bedoeld werd. ‘Wat is dat: “plantaardig”? Is dat aardig voor planten?’ Dat was ik wel, want ik zorgde goed voor mijn eigen tuintje. Zelfs mijn hond mocht de planten niet vertrappen.
Op een dag bleef er op een aangename manier een vreemd woord in mijn geheugen hangen, zonder dat ik de behoefte kreeg er iets over aan de weet te komen: kwispedoor. Dat klonk lief, als je het vragend op een iets hogere toon riep: ‘Kwispedoor, kwispedoor’. Mijn hond begreep meteen wat ermee bedoeld werd. Zijn staart begon te zwaaien. Ik knuffelde hem om zo veel respons. ‘Ja, kwispel jij maar door!’ En zo was het mooiste koosnaampje geboren. En het werkte altijd.
Behalve met de liefste hond van de wereld speelde ik ook met andere kinderen. Met mijn beste vriendin ging ik weleens naar haar grootouders. De stoel van grootvader stond aan de ene kant van de kachel, die van grootmoeder aan de andere kant met een naaimand ernaast. Vooral de zilverkleurige vingerhoeden hadden onze aandacht. ‘Zullen we vingerhoedverstoppertje doen?’, stelde mijn vriendin voor. Omdat zij het bekendst was met de geheimste plekjes in de kamer, won ze bijna alle spelletjes. Toen ik een keer aan de beurt was om de vingerhoed te verstoppen, zag ik opeens een prachtig plekje. Achter de stoel van grootvader, in het donkerste hoekje van de kamer, stond een bruin potje. Ongemerkt liet ik de vingerhoed erin glijden. Hoe mijn vriendin ook zocht, hij bleef onvindbaar. ‘Ik geef het op!’, zei ze teleurgesteld. ‘Pak jij hem maar!’ Triomfantelijk stak ik mijn hand in... de drabberige smurrie van grootvaders uitgespuugde pruimtabak. Natuurlijk had mijn vriendin daar niet gezocht. Zij wist immers dat het een spuugpot was.
Jaren later, toen mijn hond allang dood was, heb ik pas begrepen dat kwispedoor ‘spuugpot’ betekent. En zo kreeg het mooiste woord uit mijn herinnering de vieste bijsmaak.
Nannie Kuiper (1939) schrijft kinderboeken. Voor De eend op de pot kreeg ze in 1982 een Gouden Griffel.