Het woord als gevoel
Tot 1986 verschenen er in totaal niet minder dan 177 verhalen over Tom Poes en heer Bommel, in tientallen tijdschriften en kranten in binnen- en buitenland, en al spoedig ook in boekvorm. Zijn verhalen werden in meer dan dertig talen vertaald, zelfs in het Latijn. Vooral in zijn fantasierijke Bommel-vertellingen heeft Toonder een unieke wereld tot stand gebracht met een groot aantal stereotiepe figuren die hem de gelegenheid geven om op een bijzondere wijze zijn ideeën uit te dragen over thema's als leven, dood, religie, machtsmisbruik, onderworpenheid, natuur, tijd, magie, liefde en opofferingsbereidheid. De bewoners van Rommeldam, het stadje waar de verhalen zich meestal afspelen, zijn gaandeweg vertrouwde personages geworden, en dat geldt ook voor hun taal. Wie kent niet zegswijzen als verzin een list, parbleu amice, superzaken, de politie volgt bereids een spoor, met uw welnemen, mallerd!, naar de verturving en breinbaas? En dan zijn er nog de archaïsche woorden en zinnen, die een sprookjesachtige sfeer oproepen die komisch contrasteert met de alledaagsheid van de personages. En niet te vergeten de vele nieuwe woorden die Toonder heeft bedacht en die een vaste plaats in het spraakgebruik hebben gekregen: denkraam, dorknoper, grofstoffelijk, ipsen, minkukel, oude schicht, vleeslichaam, enzovoort.
In 1995 werd Toonder het erelidmaatschap van het Genootschap Onze Taal toegekend, wegens ‘zijn creatieve taalgebruik en zijn grote bijdragen aan de verrijking van het Nederlands’. In zijn dankwoord stond Toonder stil bij de rol die taal speelt in zijn werk. Hij benadrukte het belang dat hij hecht aan het gebruik van ‘het woord als gevoel’:
Woorden ontstaan eigenlijk, tenminste voor mij, uit het innerlijk; een woord dat van buiten is, dat is een rationeel woord, een bedacht woord. Bedachte woorden vertrouw ik absoluut niet, die misleiden. Het zijn woorden van politici en van zakenlieden en al die mensen die ik wel hoogacht, maar meer als groep dan als individu.