Taalverandering of ‘fout’?
Mr. R.W. Asser - Amstelveen
Zo nu en dan staat in Onze Taal ter discussie of bepaalde nieuwe taalontwikkelingen als ‘fout’ moeten worden bestreden of moeten worden geaccepteerd als ‘taalverandering’. Meningen worden dan gegeven via ingezonden brieven, in de rubriek ‘Taalergernissen’ of via een stemming naar aanleiding van de rubriek ‘Hom of kuit’. Zo konden we in december 2003 via de website van Onze Taal ‘voor’ of ‘tegen’ de stelling stemmen dat taalveranderingen als hun hebben niet bestreden moeten worden. Uit de uitslag bleek dat meer dan 90% van de ruim duizend stemmers vindt dat het onderwijs een krachtige inspanning moet leveren om dergelijke veranderingen tegen te gaan. Dat was ook mijn mening, en ik zou dus tevreden moeten zijn, maar ik vond en vind dat de zwart-witvraagstelling voorbijgaat aan de argumenten en de nuances in deze zaak. Daarom pleit ik voor een goed gestructureerd debat.
Wanneer is een nieuw taalfenomeen een algemene verandering? Dat er mensen zijn die ‘hun hebben’ zeggen, betekent toch niet dat er sprake is van een taalverandering? Deze variant bestaat al heel lang en is te horen in bepaalde kringen waarvan ik de beschrijving graag overlaat aan deskundigen. Een variant - nou en? Natuurlijk is het iets te gemakkelijk om te zeggen dat er pas sprake is van een taalverandering als de taalkundigen, het onderwijs, de grammatica's en de woordenboeken zeggen dat hun hebben net zo goed is als zij hebben - maar voordat het zover is? We kunnen toch niet elk groepsidioom, elke streekvariant, afwijking, vergissing of fout een taalverandering noemen? Is de vrouw wiens (ik lees dat nota bene in de krant) een taalverandering? Welnee, dat is toch gewoon een fout? Dat wij zo'n fout moeten bestrijden vind ik evident.
Als dat bestrijden (door goed onderwijs en oplettende redacteuren) niet wordt geprobeerd dan wel gewoon niet lukt, dan hebben we misschien uiteindelijk wel een taalverandering. Dat lijkt te zijn gebeurd met de gasten wordt/worden verzocht, met controleren in de betekenis ‘beheersen’, en nog zo veel meer. Daar kun je dan over blijven mopperen met woorden als taalverloedering, maar dan weten we tenminste waar het over gaat. En dan kunnen we beslissen over al of niet (blijven) bestrijden. Wie alle afwijkingen, varianten, vergissingen en fouten neutraal en kritiekloos aanvaardt en als taalverandering registreert, ontloopt de discussie en laat de verwarring voortbestaan.