Vraag en antwoord
Taaladviesdienst
Ik typ(e), jij typ(e)t
?In het aprilnummer kwam de spelling typefout aan de orde. Daardoor vroeg ik me af hoe het werkwoord typen vervoegd wordt. Schrijf je ik typ of ik type?
!Juist is ik typ, zonder e. Aan het Engels ontleende werkwoorden worden volgens de Nederlandse regels vervoegd. De stam is in principe gelijk aan het hele werkwoord zonder -en. Alleen als dat voor de uitspraak noodzakelijk is, eindigt de stam van het werkwoord op een e: date, time, race. Zonder e zouden we deze vormen uitspreken als [dat], [tim] en [rak] in plaats van als [deet], [taim] en [rees].
Typen is weliswaar aan het Engels ontleend, maar de uitspraak is vernederlandst tot [tiepen]; de stam klinkt als [tiep]. Om die uitspraak weer te geven ligt de spelling typ (zonder e) het meest voor de hand; type zou tot de uitspraak [taip] of [tiepe] kunnen leiden. Enigszins verwarrend aan de spelling typ is misschien dat de y in gesloten lettergrepen vaak wordt uitgesproken als de i van pit; denk aan gym, lynx en onyx. Maar dat is niet altijd het geval: in enzym, leukocyt en systeem klinkt de y als [ie].
Van de stam typ worden de vervoegde werkwoordsvormen afgeleid: ik typ, jij typt, wij typten, getypt, etc. De vormen typte en getypt staan ook in het Groene Boekje en andere naslagwerken. De gebiedende wijs is, zoals gebruikelijk, gelijk aan de stam: ‘Typ eens wat zorgvuldiger!’