Ander woord voor... sparringpartner
Sparringpartner: iemand aan je eigen kant die weerwerk geeft.
Het woord sparringpartner is in de sportwereld al minstens een halve eeuw bekend. Een sparringpartner is iemand die voor sporters - in het bijzonder boksers en judoka's - als ‘oefentegenstander’ fungeert. Maar ook in de zakelijke wereld wordt het woord gebruikt, in een betekenis die in de gewone woordenboeken tot nu toe ontbreekt.
Al in 1989 omschreven Liesbeth Koenen en Rik Smits in Peptalk & pumps deze betekenis als ‘iemand aan je eigen kant die weerwerk geeft, klankbord’. In Van aai-instrument tot zwaluwstaarten (2000), een boekje over adviseursjargon, geeft Charles den Tex meer informatie: ‘Wanneer een adviseur de stootvastheid van zijn ideeën en concepten wil testen, dan zoekt hij een “sparringpartner”, iemand met wie hij vrijelijk van gedachten kan wisselen en al pratend zijn eigen gedachten kan aanscherpen. “Heb jij vanmiddag tijd om even te sparren?” is een verzoek om tijd vrij te maken voor een gerichte brainstorm van twee personen.’
We zijn benieuwd of er een goed Nederlands alternatief bestaat voor sparringpartner in de zakelijke betekenis. Volstaat oefenpartner of klankbord, of is er iets beters te bedenken? Uw reacties kunt u tot 28 april insturen: taaladvies@onzetaal.nl of Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Er ligt weer een boekenbon van de Stichting LOUT klaar voor de winnaar.