80 andere woorden voor taskforce
Taaladviesdienst
In het januarinummer stelden we het Engelse taskforce aan de orde, de aanduiding voor een groep deskundigen die tijdelijk samenwerken aan een speciale opdracht. Taskforces duiken vooral op bij de overheid, bijvoorbeeld de Taskforce Jeugdwerkloosheid en de Taskforce Handicap en Samenleving. In de praktijk wordt ook wel het Nederlandse taakgroep gebruikt; omdat dat een stuk minder krachtig klinkt dan taskforce, vroegen wij ons af of er een beter Nederlands alternatief te bedenken is. Daarop kwamen 47 reacties binnen, samen goed voor 80 alternatieven.
Zeven inzenders vonden taakgroep een prima vervanger van taskforce, maar de meeste deelden onze mening dat het inderdaad niet zo voortvarend klinkt. Zij stelden onder meer taakteam (8x), daadgroep (4x) en taakploeg (4x) voor (alle andere equivalenten werden slechts één of twee keer aangedragen). Taakteam heeft niet onze voorkeur, vanwege de Engelse oorsprong van het overigens geheel ingeburgerde team. Daarnaast blijkt taakteam in de praktijk al gebruikt te worden voor een ‘zelfsturend team binnen een organisatie’, een betekenis die niet overeenkomt met die van taskforce.
Daadgroep en taakploeg zijn wat ons betreft allebei geschikt als vervanger van taskforce. Beide klinken krachtig, de eerste door daad en de tweede door ploeg. Uiteindelijk hebben we besloten taakploeg tot winnend alternatief uit te roepen. Door taak sluit het beter aan bij taskforce dan daadgroep; bovendien roept ploeg bij ons een beeld van actie en daadkracht op. De eerste betekenis van ploeg die Van Dale (1999) geeft, is ‘groep van personen die tot een bepaald doel bijeenbehoren of bijeenzijn’. Een taakploeg is dus een groep mensen die samengebracht zijn om een bepaalde taak te volbrengen - precies wat bedoeld wordt met taskforce.
Van de vier lezers die taakploeg voorstelden, is Jo Geval uit Hoorn als winnaar uit de bus gekomen. Zij ontvangt van de Stichting LOUT (Let Op Uw Taal) de boekenbon van € 25,-. We danken alle deelnemers voor hun bijdrage.