Uitbundig versierd
In opdracht van de Citogroep onderzochten vier taalkundigen 1257 teksten, in lengte variërend van 4 tot 389 woorden, geschreven door leerlingen uit groep 5 en uit groep 8. Hierin stonden in totaal bijna tienduizend fouten. In 267 teksten zat geen enkele grammaticale fout, in 149 geen enkele spelfout en slechts 139 teksten waren foutloos geïnterpungeerd. Althans, er waren geen fouten gemaakt met hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens - andere leestekens, zoals komma's, zijn niet in het onderzoek betrokken. Zelfs in groep 8 bleek foutloos werk zeldzaam: in ruim 80 procent van de teksten werden interpunctiefouten gemaakt.
Zo zijn er ook het laatste jaar van de basisschool nog kinderen die verhalen schrijven alsof ze ze eigenlijk vertellen: in één adem, zonder onderbrekingen. Hebben leerlingen die zo te werk gaan dan nog nooit van hoofdletters en punten gehoord? Natuurlijk wel. Ze gebruiken ze alleen helemaal niet. Er is al zo veel waaraan ze moeten denken als ze een tekst schrijven.
Andere leerlingen zetten alleen een punt achter het laatste woord van de tekst of onder de tekst als geheel. Zo'n teksteindepunt, want dat is het, valt vaak nogal fors uit, of wordt uitbundig versierd. Sommigen van deze leerlingen gebruiken niet alleen de teksteindepunt, maar ook een hoofdletter voor het eerste woord van de tekst.
Weer andere leerlingen voorzien de woorden die toevallig op één schrijfregel staan van een hoofdletter en een punt, wat resulteert in staaltjes zoals hierna, een citaat uit een brief aan de juf. De regelval is die van de oorspronkelijke, handgeschreven tekst.
En hij is mijn vriend geloof je.
Mij of niet ik krijg altijd de schuld.
Wellicht dat de hardnekkige gewoonte om in lees- en lesmateriaal voor de basisschool altijd elke nieuwe zin op een nieuwe regel te beginnen bij leerlingen tot dit bizarre interpunctieprincipe leidt.