Duits?
Nicoline van der Sijs
Alle gewesten leverden vertalers en revisoren voor de Statenvertaling. Men ziet dit vaak als een waarborg dat de vertaling algemeen begrijpelijke taal zou bevatten, zonder dialectismen. Zoals echter bekend, is het niet de woonplaats van een persoon die zijn taalgebruik bepaalt, maar zijn geboorteplaats, de plaats waar hij zijn moedertaal heeft geleerd. Toen ik de geboorteplaatsen van de vertalers en revisoren inventariseerde, kwam ik tot de verrassende ontdekking dat van de 22 mensen die daadwerkelijk aan de vertaling meegewerkt hebben (van wie er twee in het harnas stierven), maar liefst de helft geboren is in het oosten, in de oostelijke provincies of Duitsland (en dus als moedertaal een Nedersaksisch of Duits dialect had), terwijl slechts één medewerker uitsluitend in een Zuid-Nederlands sprekende omgeving opgroeide.
Vijf medewerkers zijn zelfs geboren en getogen in Duitsland, en zijn pas op volwassen leeftijd naar de Republiek getrokken. Van de vijf medewerkers die in de Zuidelijke Nederlanden zijn geboren, hebben er vier enige tijd in Duitsland gewoond: drie zelfs meer dan veertien jaar. En alle medewerkers die in de Noordelijke Nederlanden zijn geboren, hebben gewoond en gestudeerd in Duitsland. Zo bezien is de Statenvertaling eerder een Duitse dan een Nederlandse aangelegenheid geweest! Deze gegevens maken ook duidelijk hoe het komt dat er in de Statenvertaling zo veel Duitse invloed, zoals leenwoorden, te zien is.