Woordenboek van de poëzie
Beleefd en bevlogen
Guus Middag
Dit is een gedicht van Guido Gezelle (1830-1899):
Mij spreekt de blomme een tale,
mij is het kruid beleefd,
Ik ken het al heel lang, omdat het vroeger bij ons thuis in een lijstje aan de muur hing. Charmant gedicht, raar taaltje - zeker voor een kind dat net begon te lezen. ‘De blomme’, ‘een tale’, ‘altemale’. De vreemde constructie met ‘mij’, tot drie keer toe: ‘mij spreekt’, ‘mij is’, ‘mij groet’. Maar als je je die merkwaardigheden eenmaal eigen had gemaakt, bleef er een eenvoudig en blijmoedig vers over, met een grappig omgekeerde voorstelling van zaken - en natuurlijk, zoals altijd bij Gezelle, met een mooi vroom moraaltje.
Het is niet de dichter die hier de bloemen toespreekt - het zijn de blommen zelf die hem iets willen zeggen, in een of andere blommentale. Het is niet de blijgezinde priester die vriendelijk de kruidenplanten in de tuin toeknikt - het is juist omgekeerd: het kruid is hem beleefd. En het is niet de ‘ik’, eerste naamval, die het altemale groet, maar het is het altemale dat ‘mij’, vierde naamval, groet. De bloemen, de kruiden, de hele tuin, de hele natuur, eigenlijk alles, alles wat God geschapen heeft, uitroepteken, heeft er enorm veel zin in vandaag en spreekt, knikt en groet ons allemaal vriendelijk toe, zoals het goed opgevoede bloemen en beleefd kruid betaamt.
Foto: ©KINA / J. van Leuven