Voorwoord zeventig jaar Onze Taal
De oprichters van Onze Taal zouden het niet in hun hoofd hebben gehaald om hun blad te beginnen met een ‘voorwoord’. Al in het allereerste nummer van Onze Taal kreeg deze term namelijk het ergst denkbare stempel dat een woord in hun ogen kon krijgen: het was een germanisme. De Raad van Deskundigen, die het genootschap jarenlang bijstond in de strijd tegen Duitse leenwoorden, zag in voorrede een passend alternatief.
Dat eerste nummer van Onze Taal verscheen in 1932 - een jaar na de oprichting van het genootschap - en het moge duidelijk zijn: in de zeven decennia en de ongeveer negenduizend bladzijden die daarop volgden, is er veel veranderd. Het bokkige strijdkrantje van een fanatiek clubje taalzuiveraars groeide uit tot het grootste taaltijdschrift van de Lage Landen, waarin de meest uiteenlopende onderwerpen aan bod komen.
Natuurlijk vormt zo'n platina jubileum een mooie aanleiding voor enige reflectie. Daarom blikken we in dit jubileumnummer terug op de zeventig jaargangen, en kijken we naar Onze Taal van nu. Wat zijn de hoogtepunten van al die jaren taalstrijd en taalbeschouwing? Zouden de oprichters van Onze Taal zich in hun graf omdraaien als zij zagen wat er van hun verenigingsblad - en van het Nederlands - is geworden? Waarom melden mensen zich nog altijd als lid bij het genootschap? En zijn er eigenlijk vergelijkbare organisaties in binnen- en buitenland?
Over de eerste zeventig jaar van een vitaal taaltijdschrift.