| |
| |
| |
[Nummer 1]
| |
| |
| |
‘Prima tot nu toe, maar ik moet het verbeteren natuurlijk’
Het Nederlands van Máxima
René Appel - hoogleraar Nederlands als tweede taal, Amsterdam
Nederland viel vorig jaar massaal voor Máxima, zeker ook vanwege haar beheersing van het Nederlands. Doet ze het inderdaad zo goed? Wat zijn eigenlijk de kenmerken van haar versie van onze taal? En lijkt die op het Nederlands van andere tweedetaalverwervers? Een analyse.
Op 30 maart 2001 werd de verloving van Willem-Alexander met Máxima Zorreguieta officieel aangekondigd. Tijdens de persconferentie vroeg een journalist aan de kroonprins of hij de opmerking die hij enkele maanden daarvoor in New York had gemaakt over een brief van de Argentijnse oud-dictator Videla als ‘open bron’ misschien achterwege had moeten laten. Willem-Alexander bevestigde dat hij dat inderdaad beter niet had kunnen zeggen en hij voegde er nog aan toe: ‘Dat was stom.’ Zijn kersverse verloofde probeerde dat enigszins te verzachten. ‘Jij was een beetje dom’, zei ze, en die glimlachend gemaakte opmerking herhaalde ze nog een keer.
‘We hebben veel over gesproken en gelezen.’
Foto: ANP
| |
Standaardfrase
Het lijkt me een treffend voorbeeld van Máxima's Nederlandse taalvaardigheid: ze brengt niet alleen stom terug tot dom, maar voegt er ook een beetje aan toe, want ‘Jij was dom’ klinkt ook niet erg sympathiek. Die opmerking van Máxima werd trouwens bijna meteen gepromoveerd tot standaardfrase in het Nederlandse taalgebruik. Veel activiteiten, uitspraken of personen werden plotseling ‘een beetje dom’ gevonden. In één week tijd, ruim na de bewuste persconferentie, vond ik in NRC Handelsblad twee keer beetje dom in de kop van een artikel: op 8 juni boven een stukje over belangenverstrengeling door de waarnemend burgemeester van Middelburg, en op 11 juni boven een column van Sylvain Ephimenco over Hein Verbruggen, de Nederlandse voorzitter van de internationale wielerbond. In zijn column schrijft Ephimenco onder meer: ‘Hein Verbruggen is niet alleen incompetent of laks, hij is ook heel erg sullig en onnozel. Een beetje dom, zou Máxima met medelij zeggen.’
Het bedrijf Art Unlimited bracht eind april zelfs een oranje ansichtkaart op de markt met daarop in grote blauwe letters de tekst ‘Dat was 'n beetje dom.’
| |
‘Fantastisch Nederlands’
Máxima's beheersing van het Nederlands oogstte na de persconferentie allerwegen lof. En dat gebeurde ook eind juni, toen ze officieel kennismaakte met de leden van de regering. Volgens Het Parool had ze daarbij geen tolk nodig. De krant citeerde twee bewindslieden. Minister Borst: ‘Ze spreekt echt fantastisch Nederlands.’ En minister Netelenbos: ‘Ze kent zelfs allerlei uitdrukkingen: iemand het gras voor de voeten wegmaaien, bijvoorbeeld.’ Iemand die met haar gesproken heeft bij haar bezoek aan Amsterdam vertelde me dat ze ook intens haar best doet om Nederlands te verstaan. ‘Bovendien speelt ze uitstekend theater en een onderdeel daarvan is dat ze heel goed de indruk kan wekken dat ze alles verstaat. Praat je langer met haar, dan merk je dat er nogal wat is wat
| |
| |
haar ontgaat, maar dat weet ze heel slim te verhullen.’
Illustratie: Frank Dam
Kennelijk heeft Máxima de aanbevelingen van haar aanstaande schoonvader gevolgd. Bij de aankondiging van de verloving zei prins Claus: ‘Als ik bij deze gelegenheid terugkijk op de verlovingstijd van mijn vrouw en mij, komt mij in mijn herinnering terug wat ik toen heb gehoord en wat ik ook Máxima wil aanbevelen: leer zo snel mogelijk Nederlands! Dat heeft ze gedaan en dat heeft ze op een manier gedaan die niet te vergelijken is met het gestumper dat ik toen heb gepresteerd.’ Dit lijkt trouwens een vorm van valse bescheidenheid van Claus, die zich het Nederlands juist betrekkelijk snel en goed eigen maakte. In contrast hiermee staat zijn schoonvader, prins Bernhard, die met een tamelijk zwaar accent Nederlands is blijven praten. Over hem wordt wel verteld dat hij eind jaren dertig altijd probeerde zijn docent Nederlands te ontlopen.
| |
Hard gewerkt
Om de taal van haar nieuwe land onder de knie te krijgen, schijnt Máxima die zo veel mogelijk te spreken, ook met haar verloofde. Een verslaggever van De Gelderlander tekende het volgende op bij het bezoek van ‘het paar van het jaar’ aan een school in Dordrecht waar Marokkaanse vrouwen Nederlandse les krijgen.
‘Jij goed Nederlands praten?’ vroeg één van de leerlingen Máxima. ‘Ja... mmm... ja, haja’, zei ze weifelend, ‘maar om elf uur ben ik doodmoe.’ ‘Ja, om elf uur 's avonds dan’, vulde Willem-Alexander aan. Als het Máxima te veel is geworden, spreekt het paar onderling Engels, vertelde de Argentijnse. ‘Of Spaans, maar dan krijg ik geen antwoord’, zei Máxima. De Prins van Oranje beheerst het Spaans namelijk niet. ‘En ik heb zo hard gewerkt’, zei ze tegen de Marokkaanse vrouwen die voor dezelfde taak staan het Nederlands te leren beheersen.
(De Gelderlander, 9 oktober 2001)
Dat Willem-Alexander de taal van zijn schoonfamilie niet beheerst, blijkt ook uit een verslagje van het bezoek aan Friesland in de Volkskrant: ‘Bij een ijsmachine
Notoir moeilijk voor Spaanstaligen is bijvoorbeeld onze h, maar Máxima zegt keurig “hij heeft” en niet iets als “ij eeft”.
staat een studente die Spaans spreekt. Máxima praat gretig Spaans terug. Willem-Alexander snapt er geen jota van.’
| |
Uitstekende uitspraak
Alom dus waardering voor het Nederlands van Máxima, maar doet ze het inderdaad zo goed? En wat zijn eigenlijk de kenmerken van haar versie van onze taal? Lijkt die op het Nederlands van andere tweedetaalverwervers? Eind maart bleek haar uitspraak van het Nederlands al uitstekend te zijn, zeker voor iemand met Spaans als moedertaal. Notoir moeilijk voor Spaanstaligen is bijvoorbeeld onze h, maar Máxima zegt keurig ‘hij heeft’ en niet iets als ‘ij eeft’. Moedertaalsprekers van het Spaans struikelen ook nogal eens over het verschil tussen korte en lange klinkers, maar de aanstaande Prinses van Oranje slaagt glorieus voor dit examenonderdeel. De v, w en b mengt ze evenmin tot een klank die daar ergens tussenin zit, iets wat veel Spaanstaligen wel doen in hun Nederlands. Natuurlijk is goed te horen dat ze een tweedetaalspreker van het Nederlands is. Zo gaat haar nu de richting uit van noe, de ij in mijn vader schuift op naar de ie van mien vader, en spannend lijkt veel op sjpannend.
Soms worstelt ze met het woordaccent, en dan zegt ze ‘démocratische’, ‘inbúrgering’ en ‘zenuwáchtig’. Het zinsaccent komt ook weleens op de verkeerde plaats, en dan zegt ze dat Willem-Alexander en zij ‘veel van elkáár houden’ en niet ‘veel van elkaar hóúden’.
| |
Ceran Instituut
In contrast met de meeste andere sprekers van Romaanse talen is Máxima vermoedelijk erg snel met het leren van Nederlands als tweede taal (NT2). Haar opvallende vaardigheden op het niveau van de klanken van het Nederlands heeft ze misschien ook te danken aan het gevolgde taalonderwijs. Toen ze nog in Brussel werkte, heeft ze deelgenomen aan cursussen van het prestigieuze Ceran Instituut in Spa, dat als motto voert: ‘Meer dan een kunst om te leren... een kunst om te leven!’ Dat instituut is zo'n 25 jaar geleden opgericht door René Bastin en zijn vrouw, die veel ervaring hadden met het doceren van Frans in
| |
| |
verschillende Afrikaanse landen. Ze hebben eigen methodes en materialen ontwikkeld, maar het belangrijkste is misschien dat ze een totaal onderdompelingsprogramma bieden. Cursisten verblijven intern en worden 66 uur per week geconfronteerd met de taal die ze moeten of willen leren. De kosten zijn aanzienlijk, en gezien de financiering van lessen voor anderstaligen in Nederland is het een beetje een gotspe dat Tweede-Kamerleden voorstelden dat nieuwkomers in Nederland hetzelfde lesprogramma als Máxima zouden moeten volgen.
Het programma van Ceran wordt ook sterk aangepast aan de individuele wensen, behoeftes en mogelijkheden van de cursisten, maar duidelijk is dat er veel in het talenpracticum wordt gewerkt. Vandaar misschien Máxima's opvallend goede uitspraak van het Nederlands, die zoals te verwachten ook sterk ABN-achtig is. Treffend is dat ze wel heel adequaat een spreektaalvorm gebruikt in ‘een goeie beslissing’. Sinds ze in Huis ten Bosch woont, schijnt Máxima nog twee ochtenden per week Nederlandse les te krijgen van een privé-docent, ook een voorziening die niet is weggelegd voor elke willekeurige Hasan of Fatima.
| |
Klassieke fout
Máxima's ‘beetje dom’ werd bijna meteen een standaardfrase; er verscheen zelfs een ansichtkaart van.
©Paul Baars. Uitgave Art Unlimited®, Amsterdam
‘Dat was 'n beetje dom’.
Zoals te verwachten - want het is een bijna klassieke fout in het Nederlands van NT2-sprekers - levert de buigings-e in bijvoeglijke naamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden, zoals ook in goeie, moeilijkheden op bij onzijdige zelfstandige naamwoorden met een onbepaald lidwoord. Máxima zegt dan ook ‘een fantastische land’, ‘onze huwelijk’ en ‘een goeie besluit’. Dit struikelblok hangt uiteraard samen met het probleem van die onzijdigheid. Zoals de meeste tweedetaalverwervers past Máxima een vorm van overgeneralisatie toe: voor haar zijn vrijwel alle zelfstandige naamwoorden de-woorden, en dus zegt ze: ‘die oude regime’, ‘Hij wil de allerbeste voor mij’ en ‘de besluit’. Dit betekent overigens niet dat ze altijd voor de of die kiest. Toen Willem-Alexander op een vraag van een journalist had verteld dat hij Máxima op de vijver van Huis ten Bosch een huwelijksaanzoek had gedaan - nadat hij had geprobeerd haar te leren schaatsen - zei Máxima: ‘Het was eerste keer, dat schaatsen.’ Hieruit blijkt dat ze ook weleens een lidwoord of verwijswoord weglaat of correct gebruikt. Een voorbeeld van dat laatste is ook nog ‘dit onderwerp’. Duidelijk is dat ze worstelt met het geslacht van Nederlandse zelfstandige naamwoorden. Misschien heeft ze het daarom in de voorgelezen persverklaring ook over ‘het rechtvaardigheid’.
Vrijwel iedere Nederlander die een vreemde taal leert, heeft problemen met de voorzetsels. Denk bijvoorbeeld maar aan het Engels. Is op school nu at school, in school of on school? Máxima doet dit in haar Nederlands over het algemeen voortreffelijk, en ze zegt dan dingen als ‘de gevoeligheden over dit onderwerp’, ‘Ik zal doorgaan met...’ en ‘Toen kwam hij met zijn vraag.’ Zeer incidenteel maakt ze een fout, bijvoorbeeld in ‘Ik ben daarvoor heel blij.’ Soms zoekt ze ook naar de goede vorm: ‘Eerst moet ik mijn spullen in... van Brussel ophalen’, waar uit de beste keuze zou zijn geweest.
Het vervoegen van werkwoorden doet Máxima vrijwel foutloos, zelfs als het gaat om voltooide deelwoorden van sterke werkwoorden, zoals gewonnen, gelezen en genomen.
| |
Correcte zinsbouw
Máxima is waarschijnlijk ook zo geprezen om haar Nederlands omdat haar zinsbouw in de meeste gevallen correct is. Een bijna clichématige fout van NT2-sprekers is dat ze de volgorde onderwerp - persoonsvorm handhaven in zinnen waarin een bepaling vooropstaat. Dat leidt dan bijvoorbeeld tot ‘Morgen ik ga naar Den Haag.’ In Máxima's Nederlands bij de persconferentie kwam dit geen enkele keer voor, terwijl ze wel correcte zinnen produceerde als ‘Toen kwam hij met zijn vraag’ (het huwelijksaanzoek), ‘Natuurlijk wilde hij een goeie besluit nemen’ en ‘Eerst moet ik naar Brussel gaan om alles af te ronden.’
Als het vooropgeplaatste deel niet een bepaling is maar een bijzin, is de structuur ook goed: ‘Sinds ik elf of twaalf jaar oud was, heb ik een democratie gehad in mijn eigen land.’ Betrekkelijk ingewikkelde constructies, zoals in de zin over Brussel, brengt ze zonder haperen tot een goed einde. Ze breidt de zin zelfs nog uit: ‘Eerst moet ik naar Brussel gaan om alles af te ronden, mijn spullen op te halen’ (let ook op ‘af te ronden’ en ‘op te halen’!). Volgordefouten lijkt Máxima vrijwel alleen te maken als ze twee bepalingen vooropzet, zoals in ‘Als zijn dochter natuurlijk vind ik vreselijk.’
| |
Het vervloekte er
Hoe goed ze het ook doet, één onderdeel van het Nederlands blijft kennelijk lastig voor Máxima, en dat is het door veel tweedetaalverwervers vervloekte woordje er, dat meestal wordt weggelaten. Máxima zegt dus: ‘We hebben veel over gesproken en gelezen’ en ook in de voorgelezen tekst laat ze een keer er weg: ‘Wat is gebeurd in die periode in Argentinië is vreselijk.’ Overeenkomstig is het weglaten van het als onderwerp of lijdend voorwerp, zoals in het al geciteerde ‘Als zijn dochter natuurlijk vind ik vreselijk.’ Af en toe gebruikt ze er trouwens wel correct, zoals na een vraag of ze weleens getwijfeld heeft of het geen ‘onmogelijke liefde’ was: ‘Natuurlijk, natuurlijk heb ik getwijfeld, maar dat is een reden om meer te
| |
| |
denken en er met Alexander over te praten.’ Deze zin illustreert tegelijk haar vaardigheid in constructies met om te. Vermoedelijk heeft ze daar speciaal op geoefend, wat als resultaat heeft dat ook daarbij overgeneralisatie lijkt op te treden. In haar antwoord op de vraag naar de toekomst van de monarchie, zegt ze namelijk: ‘Het lijkt nu om goed te werken.’ Treffend is trouwens dat ze daaraan haperend toevoegt: ‘Dus... eh, misschien is het ook in de toekomst ook...’, waarna ze eindigt in onverstaanbaar gemompel en haar kersverse verloofde enigszins vertwijfeld aankijkt. Die schiet haar dan te hulp met de ferm uitgesproken frase: ‘Meer kan je er niet over zeggen, want je bent hier pas.’
| |
Volmondig
Máxima lijkt al een behoorlijke woordenschat te hebben in het Nederlands, waarschijnlijk dankzij een toespitsing van het lesprogramma op haar maatschappelijke en politieke positie. Woorden als gevoeligheden en protestante religie komen vlot en vlekkeloos uit haar mond. Op het huwelijksaanzoek van Willem-Alexander
Uiteraard heeft ze soms problemen met het Nederlandse idioom, bijvoorbeeld als ze voor de voorgelezen verklaring vraagt om ‘begrip voor mijn heel mogelijke fouten, heel mogelijke fouten’.
heeft ze ook ‘volmondig’ ja gezegd (en niet ‘met volle mond’, zoals een van haar aanstaande schoonzusters bij een soortgelijke gelegenheid). Een enkele keer toont ze duidelijk woordvindingsproblemen, bijvoorbeeld wanneer haar wordt gevraagd waar de kroonprins en zij elkaar hebben ontmoet. ‘Dat was twee jaar geleden in Sevilla’, antwoordt ze, ‘bij ge...’ Dan komt ze even niet verder. Willem-Alexander vult dat aan met ‘gemeenschappelijke vrienden’ en Máxima neemt dat vervolgens over. Uiteraard heeft ze soms problemen met het Nederlandse idioom, bijvoorbeeld als ze voor de voorgelezen verklaring vraagt om ‘begrip voor mijn heel mogelijke fouten, heel mogelijke fouten’, als ze zegt ‘Ik ken Nederland niet zo heel veel’ of ‘Ik had het veel koud’ (bij het huwelijksaanzoek). Het hele domein van versterkende bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden ligt voor haar waarschijnlijk nog vol met voetangels en klemmen. Een woordje waar Máxima een sterke voorkeur voor blijkt te hebben, is natuurlijk, zoals de volgende zinnen laten zien:
- | Dat is prima tot nu toe, maar ik moet het verbeteren natuurlijk. (over haar Nederlands) |
- | Natuurlijk wilde hij een goeie besluit nemen. (over haar vader) |
- | Natuurlijk was prins Claus heel goed voor mij. |
- | Onze huwelijk zal een heel blije dag blijven, maar natuurlijk, we hebben wel gezegd: het zal heel moeilijk zijn voor mij. (over de afwezigheid van haar ouders bij het huwelijk) |
‘Het was heel warm, heel indrukwekkend. Veel te veel om te leren. Maar het was heel goed om dit samen met Alexander te doen en zijn land te leren kennen.’
Foto: Picture Report. Copyright Rijksvoorlichtingsdienst
| |
Impliciet taalgebruik
Wat haar taalbegrip betreft lijkt Máxima onder meer problemen te hebben met impliciet taalgebruik. Treffend is het fragment waarin een journalist haar vraagt: ‘Hebt u enig idee waar u aan begint, mevrouw Zorreguieta?’ Eerst zegt ze: ‘Sorry.’ Dan wordt de vraag in dezelfde bewoordingen opnieuw gesteld, maar Máxima begrijpt het nog steeds niet. Vervolgens herhaalt Willem-Alexander de vraag, eerst in het Nederlands en daarna zegt hij: ‘What you're starting with, what you're doing to yourself.’ Máxima zegt dan: ‘Ah... nu... Nu werk ik nog steeds.’ Vermoedelijk heeft ze de vraag geïnterpreteerd als: ‘Waar ga je nu mee beginnen?’ Willem-Alexander komt dan opnieuw te hulp en herhaalt zijn uitleg in het Engels. Als dat weer niets oplevert, grijpt het hoofd van de Rijksvoorlichtingsdienst, Eef Brouwers, in en hij parafraseert de vraag: of ze zich wel heeft gerealiseerd wat het betekent om met de kroonprins in het huwelijk te treden. ‘Ja, ik realiseer me wel’, zegt Máxima dan - let ook op het weggelaten het - ‘om mijn leven met Alexander te delen, in een nieuwe land te wonen, een nieuwe taal te spreken, in een gouden kooi. Natuurlijk zijn alle thema's die ik heb wel...’ En ze strandt weer in enkele onverstaanbaar gemompelde woorden.
| |
Vertwijfeld
Het is trouwens opvallend hoe beschamend slecht, onduidelijk of ingewikkeld verschillende journalisten hun vraag formuleren. Ze houden kennelijk volstrekt geen rekening met het feit dat Máxima geen moeder-
| |
| |
En dan bloedt de zin dood, zodat Máxima, als een (bijna) volleerde spreker van het Nederlands, afsluit met dus.
taalspreker is van het Nederlands. Zo vraagt iemand: ‘Hebt u, gezien uw afkomst, moeten vechten om een gevoel voor democratie te ontwikkelen?’ De vraagsteller realiseert zich vermoedelijk niet dat een woord als gezien in de hier gebruikte betekenis moeilijk te interpreteren is voor NT2-leerders. Nog bonter maakt iemand het die de volgende, zeer complexe vraag aan Máxima voorlegt: ‘Hoe wapent u zich tegen de wetenschap van de geschiedenis dat veel aangetrouwde partners van leden van het Koninklijk Huis veel moeite hebben gehad hun eigen rol te vinden en gelukkig te worden?’ Het is geen wonder dat Máxima opnieuw vertwijfeld kijkt en de kroonprins dan maar een antwoord geeft, waarin hij overigens behoorlijk diplomatiek om de kern van de vraag heen draait. Ook in andere opzichten maakt het Nederlandse journaille niet altijd een goede beurt bij de persconferentie. Wat te denken van de Story-journalist, die zijn vraag over mogelijke gezinsuitbreiding (ze zijn nog niet eens getrouwd!) inleidt met: ‘Complimenten aan de charmante performance van mevrouw Zorreguieta.’ Op zo'n manier krijgt Máxima de Nederlandse voorzetsels nooit onder de knie.
Ook op internet is er veel aandacht voor de taal van Máxima. De website van Planet Internet biedt een cursus ‘inburger-Argentijns’.
Op 15 november, na de laatste etappe van de zogenoemde Máxima-toer langs de twaalf provincies en de vier grote steden, spraken Máxima en Willem-Alexander weer met radio- en televisiejournalisten. Een globale vergelijking met de persconferentie van 30 maart leert dat Máxima's uitspraak van het Nederlands verder is verbeterd. Complexe zinnen blijven af en toe moeilijk. In een kort interview met het Jeugdjournaal gaat het over de kinderen die ze ontmoet heeft en die nogal gespannen waren en weinig spontaan. Ze zegt: ‘Ik hoop de volgende keer zullen ze een beetje meer uitbundig zijn.’ Dat ze zinnen met een om te-constructie perfect beheerst, blijkt bijvoorbeeld weer eens uit de volgende passage over haar ervaringen in den lande: ‘Het was heel warm, heel indrukwekkend. Veel te veel om te leren. Maar het was heel goed om dit samen met Alexander te doen en zijn land te leren kennen.’
Een aantal kwesties blijft problematisch, zoals in de volgende zin, waarin ze wat gebruikt in plaats van waar. Het is het antwoord op een vraag van Maartje van Weegen over de inhoud van de bezoeken. ‘Het is heel verschillend, per provincie, per stad, maar wel er zijn ook heel gemeenschappelijke dingen, bijvoorbeeld die wat ik over had, die oud en nieuw, hoe is de ontwikkeling, hoe houden we met tradities en natuur...’ En dan bloedt de zin dood, zodat Máxima, als een (bijna) volleerde spreker van het Nederlands, afsluit met dus. Nog een voorbeeld is Máxima's opmerking ‘Dit is niet die enige dat ik doet.’ De zinsbouw is volledig correct, maar met de keuze van lidwoord en betrekkelijk voornaamwoord en de vervoeging van doen gaat ze in de fout. Voorzetsels zijn incidenteel ook nog lastig. Zo merkt ze op dat het heel vermoeiend was om alles te begrijpen, ‘van één stad op die andere te springen’.
| |
‘Absoluut en meer dan dat’
Máxima's kwaliteiten als NT2-leerder komen misschien nog het best aan het licht bij de woordenschat of het idioom. Slechts een enkele keer maakt ze een foutje als het volgende, dat overigens wel typerend is voor een tweedetaalverwerver, omdat algemeen inzetbare woorden als maken en doen vaker worden verwisseld: ‘En dan moet ik soms meer moeite maken om dat te begrijpen en te accepteren’ (namelijk de beperkingen in haar privé-leven). Dat ze op lexicaal gebied in ruim een halfjaar forse vooruitgang heeft geboekt, blijkt bijvoorbeeld al uit het gebruik van per in het bovenstaande ‘per provincie, per stad’ en haar wens dat kinderen in de toekomst meer ‘uitbundig’ zijn. Sommige spreektaalfrases beheerst ze ook al goed. Zo antwoordde ze op de vraag of Nederland haar was meegevallen: ‘Absoluut en meer dan dat.’
Ten slotte heeft natuurlijk zich als zeer frequent woord gehandhaafd. Zo zegt Máxima dat er ‘natuurlijk’ een beperking is in haar privé-leven, en als haar gevraagd wordt of dat moeilijk te accepteren is, luidt haar antwoord: ‘Ja, natuurlijk.’
De indruk dat Máxima in maart 2001 al zeer acceptabel Nederlands sprak en dat ze daarna nog meer vooruitgang heeft geboekt, wordt gestaafd door een eerste analyse van haar taalgebruik. Ze heeft vermoedelijk veel en goed les gehad, ze is zeer gemotiveerd om Nederlands te leren, maar ze beschikt ook over taalaanleg. Om het in haar eigen woorden te zeggen: ze lijkt een natuurlijk taaltalent.
Met dank aan Folkert Kuiken.
|
|