Ongezellig
Een van de opmerkelijke aspecten van het verschil tussen de antwoorden op de vragen 1 en 2 is dat mensen vaker ‘nee’ zeggen op de ene vraag dan ‘ja’ op de andere. Dat is merkwaardig: uit ander onderzoek was bekend dat mensen op andere enquêtevragen juist liever ‘ja’ zeggen dan ‘nee’: dat laatste is zo ongezellig. Maar bij verbieden en toelaten spelen kennelijk andere dingen een rol.
Een factor is misschien dat zowel verbieden als toelaten een negatieve bijklank heeft. Ongewenst gedrag verbieden klinkt zo hard en autoritair, maar door ongewenst gedrag toe te laten wek je allicht de suggestie dat je het er ook wel mee eens bent. Als je geen sterke mening hebt, zeg je daarom maar liever dat je niet wilt verbieden, maar ook niet wilt toelaten.
Volgens Holleman is er meer aan de hand. Ze voerde experimenten uit waaruit bleek dat mensen naar aanleiding van vragen zoals 1 en 2 wel degelijk voor zichzelf tot hetzelfde standpunt kwamen: ze interpreteren de vraag, en gaan vervolgens op zoek naar hun mening over de ‘uitsluiting van allochtonen voor bepaalde vacatures’ (of vormen ter plekke een mening over dit punt), zonder al te letten op het woord verbieden of toelaten. Pas als ze die mening moeten gaan invullen en moeten kiezen tussen ‘ja’ of ‘nee’, gaan die woorden een rol spelen.