In het huwelijksbootje stappen
De oorsprong van een populaire zegswijze
Hans Beelen - Oldenburg, Duitsland
Hèhè, de bedankkaarten zijn verstuurd en de fotoreportage staat op internet. Nu nog wat leuke onderschriften erbij verzinnen. Maar wat hebben we nou eigenlijk gedaan? Zijn we getrouwd? Nee joh, veel te gewoontjes. Hebben we elkaar voor het altaar het jawoord gegeven? Nogal plechtstatig. Zijn we in het huwelijk getreden? Tikkeltje stijf. In de echt verbonden? Hou op! Nee wacht even, ik heb het: we zijn in het huwelijksbootje gestapt. Ja! Lekker informeel, leuke metafoor ook. Vooruit, typ het er maar bij.
Er wordt in het Nederlands heel wat in dat huwelijksbootje gestapt. Niet alleen op internetpagina's van kersverse echtparen, maar ook in de populaire pers en in advertenties. Partners doen het, maar ook fuserende concerns en universitaire faculteiten. Het huwelijksbootje bestaat trouwens echt. Je kunt het bij rederij Waterlelie boeken voor een rondvaart door de Amsterdamse grachten, vanaf de trouwlocatie, inclusief champagne en bruidstaart. Het bedrijf Vip-Air heeft zelfs ‘een ballon als huwelijksbootje’ in de aanbieding.
Illustratie: Hein de Kort
Het is echt een populaire zegswijze. Dat is al heel lang zo. Deel zes van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (1912) noemt in het huwelijksbootje stappen de ‘gewone uitdrukking voor: trouwen’. In 1835 wordt de uitdrukking al terloops vermeld door J.P. Sprenger van Eijk in zijn Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van de Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend:
Als de bruid is in de schuit, (wij zouden thans zeggen in het huwlijksbootje) dan zijn de beloften uit. Spreekw. Men herinnert zich dikwijls zijne beloften niet meer, als men zijne begeerten verkregen heeft.