Getuige(n)berg
? Ik twijfel over de tussen-n in het woord getuige(n)berg, ‘geïsoleerde, erosiebestendige berg in een afgesleten, vlak landschap’. Van Dale schrijft dit woord zonder tussen-n, maar er is toch sprake van een ‘gewone’ samenstelling van de zelfstandige naamwoorden getuige en berg? Of is het eerste deel misschien een werkwoord?
! Volgens ons ligt het het meest voor de hand dat getuige(n)berg een ‘gewone’ samenstelling is met het zelfstandig naamwoord getuige. Een getuige(n)berg is immers te omschrijven als een berg die een getuige is van vroegere gesteenteformaties. Aangezien getuige alleen een meervoud op -(e)n heeft, voldoet de samenstelling getuigenberg aan de hoofdregel voor de tussen-n en wordt het woord met een -n- geschreven. Deze spelling is terug te vinden in het woordenboek van Verschueren (1996), dat naast Van Dale het enige woordenboek is dat het woord vermeldt.
Het is niet uitgesloten dat het eerste deel is afgeleid van het werkwoord getuigen: je zou kunnen zeggen dat een getuige(n)berg getúígt van vroegere gesteenteformaties. In dat geval is getuigeberg juist; volgens de officiële spellingregels hoort er na een werkwoord in een samenstelling namelijk geen tussen-n te staan. Voorbeelden zijn wiegelied (‘lied dat bij het wiegen gezongen wordt’) en spinnewiel (‘wiel om wol te spinnen’), tegenover wiegendood (‘dood in de wieg’) en spinnenweb (‘web van een spin’). Maar als het om het werkwoord zou gaan, ligt de woordvorm getuigberg meer voor de hand, naar analogie van getuigschrift; doorgaans komt er geen tussenklank -e(n)- na een werkwoordstam.
Dat Van Dale getuigeberg spelt, heeft te maken met Van Dales eigen spellingregels. Deze regels, die deels afwijken van de officiële, zijn voor in het eerste deel (‘a-i’) van het woordenboek te vinden. De werkwoorduitzondering wordt niet genoemd, maar de volgende regel wel: ‘Eindigt het eerste woorddeel op de letter e, dan schrijft men e: bagagedrager, geboortecijfer, (...) uitgavepost. Duidt het eerste woorddeel echter een persoon aan en heeft het een meervoud op en, dan schrijft men en: amazonenzit, bodendienst, getuigenverklaring (...)’ (pagina XXVIII). Dus als getuige een persoon aanduidt, komt er in een samenstelling met dat woord wél een tussen-n, maar als het een zaak aanduidt, komt die n er niet, aldus Van Dale. De officiële spellingregels maken dit onderscheid tussen personen en zaken niet; vandaar dat volgens deze regels getuigenberg - als samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden - de juiste spelling is.