| |
| |
| |
| |
Shoarma
André Wit - Amsterdam
In het septembernummer van Onze Taal schrijft Gerard Verhoeven over Hebreeuwse en Jiddische dubbelvormen in het Nederlands. Een onderwerp dat ik hier niet in aantrof, is de spelling van het woord shoarma. Mijn kennis van het Hebreeuws en het Jiddisch strekt niet zo ver, maar shoarma lijkt me toch uit een van die talen afkomstig. Het is me opgevallen dat de spelling ervan veel varianten kent. In iedere stad is wel een shoarmazaak gevestigd, maar de gehanteerde schrijfwijze van shoarma verschilt nogal eens. Zo noteerde ik onder meer:
shawarma
swarma
sjwarma
shoarma
showarma
shwarma
Volgens Van Dale is shoarma de juiste benaming van dit vleesgerecht. Als dit zo is, waarom hanteren veel shoarmazaken dan toch een andere schrijfwijze?
| |
Naschrift Marlies Philippa (etymologe en arabiste)
Aan de vorm en uitspraak van shoarma is al te zien dat het onmogelijk een Jiddisch woord kan zijn. Dan had het moeten eindigen op een toonloze e en had er in de spellingvarianten een v in plaats van een w moeten staan. Ik heb over dit woord geschreven in mijn boek Koffie, kaffer en katoen, Arabische woorden in het Nederlands. Ik citeer: ‘Shoarma is van een Turks werkwoord çevirme afkomstig, dat “draaien” betekent. Tijdens de Turkse overheersing van 1518 tot 1918 is dit gerecht, en daarmee ook het woord, naar Palestina gekomen. De joden namen in Israël een groot deel van de Palestijnse keuken over en exporteerden het Palestijnse eten naar Nederland.’ De spelling met sh- moet afkomstig zijn van de Israëliërs, die hun sj-klank zo transcriberen. Bij de Egyptenaren gelden voor de transcriptie van deze klank andere conventies. Het woord is bij ons inmiddels ingeburgerd als shoarma, maar op grond van de uitspraak zou sj(e)warma de ideale spelling voor het Nederlands zijn.
| |
(De) majesteit [1]
Peter Loose - Den Haag
Frank Jansens voortreffelijke beschouwing over (de) majesteit in Onze Taal van september 2000 zou kunnen worden aangevuld met een betoog over de excellentie, een evenzeer overbodig substituut voor de minister en evenzeer ironisch interpreteerbaar.
| |
(De) majesteit [2]
C.M. Braams - Utrecht
In het septembernummer van Onze Taal gaat Frank Jansen in op de heropleving van het gebruik van (de) majesteit als alternatief voor (de) koningin, en plaatst hij deze ergens in het begin van de jaren negentig. Dit lijkt me niet juist.
Op 30 mei 1972 bracht koningin Juliana een werkbezoek aan het ‘westelijk weidegebied’ van de provincie Utrecht. Door mijn toenmalige functie was ik gastheer op kasteel Rijnhuizen te Jutphaas (nu Nieuwegein). Het viel mij destijds op dat de ambtenaar van het provinciaal bestuur die het bezoek voorbereidde consequent sprak over ‘de majesteit’. De oorsprong van dit woordgebruik ligt dus verder terug in de tijd, en moet mijns inziens vooral gezocht worden in kringen rond het hof.
| |
(De) majesteit [3]
Marian van Egdom - Middelburg
Eindelijk! Lang heb ik gewacht op een artikel over het gebruik van dat vreselijke (de) majesteit.
Vooral als er kruiperigheid of een bepaald soort eerbied uit opklinkt, ergert het me mateloos.
Volgens mij is het gebruik van (de) majesteit begonnen als een geintje, vlak nadat de koningin had aangegeven dat zij ‘majesteit’ genoemd wilde worden. Deze wens werd in sommige kringen met milde spot ontvangen: men schreef de term tussen aanhalingstekens en sprak hem uit op een toon die niets te raden overliet. Helaas, wat ironisch bedoeld was, werd vervolgens verstaan als de correcte aanduiding. Overcorrect, wat mij betreft.
| |
(De) majesteit [4]
Mr. J. Hesseling - Moskou
Frank Jansen schrijft in zijn artikel over (de) majesteit dat de meervoudsvorm ‘hunne majesteiten’ niet zou bestaan. Dit lijkt me niet geheel correct. Meer dan tegenwoordig zag men vroeger wel de afkorting H.H.M.M. in de krant staan, wat als ‘hunne majesteiten’ moest worden gelezen. Gerefereerd werd dan bijvoorbeeld aan koningin Emma en koningin Wilhelmina die gezamenlijk op rijtoer waren, of de koning en koningin van Denemarken die op staatsbezoek kwamen.
| |
Kerstmisschuddeding [1]
Lennaert Nijgh - Haarlem
Een kleine aanvulling mijnerzijds op de overigens uitstekende septemberaflevering van ‘Woordenboek van de poëzie’ van Guus Middag, over het ‘stilleventje met (dwarrelende) sneeuwvlokjes in een glazen bol’. In de tekst van de enige tophit die ik met Boudewijn de Groot mocht scoren, ‘Land van Maas en Waal’, komen de volgende regels voor:
Dan komt de grote snoeshaan
Die legt een glazen ei
Wanneer je 't schudt, dan sneeuwt het
Op de Egmondse abdij
| |
| |
| |
Kerstmisschuddeding [2]
Kees Godvliet - Rotterdam
Guus Middags beschouwing over ‘kerstmisschuddedingen’ bevat vele benamingen voor de sneeuwbol, een voorwerp dat ik slechts als ‘schudmaria’ ken. Deze benaming is afkomstig van een vriendin van mij, die er een aardige verzameling van heeft. Vreemd genoeg was de enige echte ‘Maria’ in haar verzameling de sneeuwbol die we voor haar uit Lourdes hadden meegebracht.
| |
Engels in Funbox
Funbox-redactie - Breda
Wij willen graag reageren op een artikel van de hand van Frank Jansen over het Engels in ons blad Funbox (Onze Taal juni 2000) en de reactie daarop van de heer P.J.G. Vos uit het septembernummer. Jansen vraagt zich af of het ‘extreme Engels’ in Funbox een benadering is van de taal van de doelgroep of dat het een koeterwaals is dat het bedrijfsleven de doelgroep in de mond wil leggen. Volgens Vos nemen we veel van onze artikelen over uit vergelijkbare Engelstalige bladen, en hij suggereert dat ons ‘overdadige gebruik van het Engels’ ontstaat doordat we al die Engelse termen door luiheid, onkunde en beperktheid van het budget niet goed zouden kunnen vertalen.
Funbox is een krant met als onderwerp funsporten in de breedste zin van het woord. Deze sporten, die hun wortels meestal in Amerika hebben, kennen een vakjargon dat doorspekt is met Engelse termen als fakie, twin tip, stance, grinden en sliden. Deze termen zijn natuurlijk gewoon te vertalen met achterwaarts, dubbel uiteinde, voetpositie, knarsen en glijden. Maar een snowboarder begrijpt je meteen wanneer je zegt: ‘Een twin tip board met een centered stance rijdt heel gemakkelijk fakie’, en niet wanneer je het hebt over: ‘Een snowboard waarvan de voor- en de achterkant dezelfde buigeigenschappen hebben en de bindingen op gelijke afstand van het midden staan rijdt heel gemakkelijk achterwaarts.’ De kans is groot dat je deze mededeling minimaal eenmaal zult moeten herhalen.
Wij hebben de overtuiging dat wij ons publiek toespreken in een taal die zij zelf spreken. Afhankelijk van het onderwerp waarover gesproken wordt, zal deze taal de ene keer meer Engelse termen bevatten dan de andere.
Verder vinden we het weinig interessant om op deze plaats een discussie te starten over de invloed van het bedrijfsleven op het taalgebruik van de funsporter. We hebben voor een dergelijke discussie ook geen tijd, we zitten hier namelijk de hele dag Engelstalige bladen te kopiëren. Verder zijn we lui, incompetent en hebben we geen geld, laat staan enige redactionele vaardigheid.
Hang loose,
De Funbox-redactie
| |
Grootheden en eenheden
Ir. H.G. Wagenaar - Haren (Gr.)
De Taaladviesdienst behandelt in de rubriek ‘Vraag en antwoord’ in het septembernummer de schrijfwijze van 600MHz-processor.
| |
| |
Het stukje begint als volgt: ‘Tussen grootheden en eenheden komt een spatie: 220 V, 600 MHz.’ Het gedeelte na de dubbele punt is vermoedelijk bedoeld als verduidelijking van het eerste deel van de zin, doch 600 en 220 zijn geen grootheden maar getallen. De Nederlandse Norm NEN 3069 (Grootheden, eenheden en getallen - Schrijf- en zetwijzen) zegt het als volgt: ‘Grootheid is getalwaarde maal eenheid. Grootheid is iets wat men direct of indirect kan meten. Eenheid is de maat waarmee men de grootheid meet en getalwaarde is het getal dat aangeeft hoeveel maal de eenheid op de grootheid is begrepen.’ Een voorbeeld: ‘de breedte van het tijdschrift Onze Taal is 21 centimeter’. Hierin is ‘breedte’ de grootheid, ‘centimeter’ de eenheid en ‘21’ de getalswaarde.
Kortom, wat de Taaladviesdienst bedoelde te schrijven, was: ‘Tussen getallen en eenheden komt een spatie.’
| |
Mr naast mr.?
Hessel Pot - Woerden
In de discussie over het wel of niet toevoegen van de punt bij inkortingen als ca., cie., ct., dr., drs., ds., fa., ir., mij., mr., no., nr., sr., st. en zn. (Onze Taal april, juli/augustus en oktober) ontbrak tot nu toe een verwijzing naar de omstandigheid dat naast de verkortingspunt ook wel het verkortings-superscript wordt gebruikt om aan te geven dat enkele letters zijn weggelaten. De ‘Firma professor doctor Hendrik de Vries junior en zoon’ kan daarmee verkort worden aangeduid als
Fa prof. dr Hk de Vries jr & zn
Zou deze superscriptnotatie zónder punt voor beide ‘meesters’ in de discussie over de punt na mr. een aanvaardbaar compromis kunnen zijn?
Overigens gebruiken we - eveneens buiten alle wetten en spellingvoorschriften om - in speciale situaties nog enkele andere, meest puntloze verkortingstrucs:
1e, 3de, 100ste, 4to, 8vo, 1o, 2o, 8o, Ao, Ulto (primo, secundo, octavo, anno, ultimo), A'dam, H'sum, Koog a/d Zaan, c/o, p/a, t/m, v/h, v/d Berg, artt., pp., §§, ff (fortissimo).
|
|