Verwarrend
Wie de kaart erop naslaat om deze voorbeeldige baai eens van dichtbij te bekijken, ziet bij Sesimbra inderdaad een mooie ronde komvormige inham in de kustlijn. Maar vreemd genoeg is het woord baai (of baía, zoals ze daar zeggen) nergens te vinden. Op Turinta's Mapa de Estradas van de Costa de Lisboa, schaal 1:128.000, zien we wel een ‘praia’ (‘strand’), om precies te zijn de of het Praia da Califórnia, en links en rechts ook nog wat andere praia's, en ook een ‘cabo’ (‘kaap’) en een ‘porto’ (‘haven’), een ‘ponta’ (‘punt’) en een ‘cova’ (‘kloof’), maar de dichtstbijzijnde baía is pas zo'n twintig kilometer oostelijker te vinden, waar de kust bij de monding van de Sado een heel mooie grote ronde bocht naar links maakt, met een ingewikkelde landtong erin: de grote Baía de Setúbal.
Bedoelde Van Toorn deze baai in de verte, waarop hij vanaf het strand van Sesimbra misschien uitzicht had? Het is niet erg aannemelijk. De intimiteit van zijn gedicht moet, gelet ook op de titel, wel betrekking hebben op het ronde, goed van de open oceaan afgeschutte kommetje bij Sesimbra. Ook de reisgids voor Portugal (van J. Rentes de Carvalho) spreekt hier niet van een baai, maar tot twee keer toe van een bocht, ‘die door de haar omringende bergen uitzonderlijk goed beschut wordt tegen de wind en alleen in het zuiden open is.’ Had Van Toorn dus ten onrechte een bocht aangezien voor een baai, en nog wel voor het prototype van een baai? Of was het misschien zo dat een Portugese ‘praia’, zeker indien hij of zij lekker beschut gelegen was tussen een ‘cova’ en een ‘cabo’, min of meer overeenkwam met wat in het Nederlands wel een baai wordt genoemd? En misschien was een Portugese ‘baía’ dan wel wat bij ons een golf heet? Waar ging een bocht eigenlijk over in een baai, en wanneer werd een baai een golf?
Volgens Van Dale is een baai een ‘ronde inham van de zee in het land’, met als synoniemen zeeboezem en zeearm. Een golf is de grote uitvoering daarvan: ‘wijde baai, ruime zeeboezem’. In een bocht ziet Van Dale niet veel meer dan een ‘buiging van een kust’ en ‘vandaar’, verwarrend genoeg, een verzamelnaam voor ‘golf, baai, inham’. Maar blijkbaar kan een bocht geen boezem zijn, hoewel volgens hetzelfde woordenboek een boezem toch niet veel anders is dan een ‘diep ingaande, wijde baai of bocht van de zee’.