Woord voor woord
Gedrukte tekst wordt gelezen van links naar rechts en van boven naar beneden. Het tempo waarin we dat doen, bepalen we zelf. Op het beeldscherm, waar we de factor tijd kunnen gebruiken, is het niet nodig alle tekst tegelijk te laten zien. We kunnen een tekst woord voor woord of zin voor zin laten verschijnen. Ook is het dan niet meer nodig om woorden en zinnen in de gebruikelijke volgorde te laten zien. Opeenvolgende woorden kunnen na elkaar op willekeurige posities op het scherm verschijnen.
De tweede regel mag best boven de eerste opdoemen, en ook de leesrichting - van links naar rechts of andersom, of hoe dan ook - wordt een expressief middel. Dat geldt ook voor het tempo waarin de tekstonderdelen na elkaar verschijnen, en de wisselingen die daarbij gebruikt worden. De expressiviteit van geschreven taal komt op die manier in de buurt van die van gesproken taal. Het effect kan heel persoonlijk zijn.
Fragment uit een briefje in de vorm van een ‘QuickTime Movie’. De woorden verschijnen na elkaar. Hier krijgt het woord favor ineens een heleboel nadruk doordat het opzwelt als een airbag. In dit briefje zitten nog veel meer effecten waardoor het bijna op gesproken taal gaat lijken.
Bron: Medialab
Heel bijzonder is ook het effect dat ontstaat als deze in tijd en vorm gestructureerde tekst gecombineerd wordt met gesproken tekst. Reclamejongens hebben goed door welke indringendheid dit aan een boodschap kan geven; het wordt regelmatig gebruikt in televisiespotjes. Een heel goed poëtisch voorbeeld vind ik de gedichten die het Comité 4 en 5 mei in 1999 op de televisie liet vertonen.
De ontwikkelingen op het gebied van de beeldschermtypografie zijn nog lang niet ten einde. De technische mogelijkheden ontwikkelen zich op het ogenblik misschien wel sneller dan dat er toepassingen voor gevonden worden. Er zullen teksten blijven waarvan je de vorm wilt vergeten, waar je je in wilt verliezen. Misschien dat drukwerk daar de geschiktste vorm voor blijft. Uit de mogelijkheden die beeldschermtypografie biedt, zullen zich waarschijnlijk heel nieuwe soorten tekstdocumenten ontwikkelen. Zo opent zich na vijfhonderd jaar drukwerk in korte tijd ineens een wijd en avontuurlijk perspectief voor tekst.
Poëzieclip van Johan Berends, in 1999 gemaakt voor de televisie, in opdracht van de NOS en het Comité 4 en 5 mei. Ook hier komt het effect pas tot zijn recht met geluid en beweging. De schaduw van een man glijdt voort over een pad. Het gedicht wordt voorgedragen, terwijl bepaalde woorden eruit opdoemen, groter worden en vervagen.
‘Een man dacht dat hij vrij was / en een engel sloeg hem neer, // de man zei dat hij vrij was / en weer sloeg de engel hem neer, // maar de man zei opnieuw dat hij vrij was / en opnieuw sloeg de engel hem neer, // toen schreeuwde de man dat hij vrij was, / dat hij altijd vrij was, dat hij nooit iets anders dan vrij zou zijn / en de engel sloeg hem tot bloedens toe neer // en schaamte en vergeefse moeite woeien op / en verspreidden zich als stof / over de grijze aarde // en de man stamelde dat hij vrij was, / dat hij dacht dat hij vrij was / en de engel vloog weg.’
(Toon Tellegen)