Onze Taal. Jaargang 69
(2000)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdFictieve plaatsnamenEwoud SandersBijna iedereen heeft weleens gehoord van Absurdistan, Boerenkoolstronkeradeel, Nergenshuizen en Verweggistan. Dat zijn fictieve plaatsnamen.Ga naar voetnoot* Nu staan deze toevallig in de woordenboeken, maar in de spreektaal worden er honderden gebruikt die nog nooit zijn vastgelegd. Ze worden op veel manieren gevormd. Zo zegt men in Rotterdam: ‘Wij gaan naar Reo met vakantie.’ Reo is een afkorting van ‘Rotterdam en omstreken’. Andere afkortingen zijn Cuba ‘Chaam, Ulvenhout, Bavel en Alphen’ en Deo ‘Delft en omgeving’. ‘Wij gaan dit jaar naar Montagne au Mer’ klinkt chiquer dan ‘Wij gaan naar Bergen aan Zee’ en ook op die manier zijn veel fictieve plaatsnamen ontstaan. De vroegste voorbeelden dateren van omstreeks 1930, maar ook in de jaren zestig en zeventig was een en ander populair. Voorbeelden zijn: Blödewiesen (Simpelveld), Chat Sable sur Mer (Cadzand), Troismontagnes (Driebergen), Juicerlake (Sappemeer) en Sweet Lake City (Zoetermeer). Soms werd de ander op het verkeerde been gezet door de Nederlandse plaatsnaam een beetje anders uit te spreken: Abbénes in plaats van Abbenes, Dimand in plaats van Diemen of Egmonde in plaats van Egmond. Veelgebruikt grapje in Groningen: ‘Wij gaan naar Thailand’ (bedoeld wordt ‘'t eiland’, ofwel Schiermonnikoog). Onder de fictieve plaatsnamen zijn ook heel wat fantasiewoorden te vinden. Te denken valt aan Bokkiewokkie(land), Bonnie-Bokkie, Bornebokkie en Hobbeldebobbeldepade. Er zijn fictieve plaatsnamen waarin de naam van een bestaande plaats wordt uitgebreid, niet zelden met woorden uit de taboesfeer. Zo wordt Sint-Annaparochie ‘Annaprutparochie’, Aarlanderveen ‘Aarlanderkutkachelveen’ en Abbekerk ‘Abbekuttekerkeveen’. | |
Dwaze toestandenMaar wat het meest voorkomt, is dat een zogenoemd betekenisdragend element wordt gekoppeld aan een geografisch element. Huftershoek is daar een voorbeeld van (‘Je kan wel zien dat jij uit Huftershoek komt!’). Daarnaast zijn er heel wat gevormd met -dam, -deel, -dorp, -dijk, -gat, -huizen, -land, -stan en -veen. Dat laatste achtervoegsel komt het vaakst voor. Hier een greep: Aanranderveen, Aarslocherveen, Allejezusveen, Apekutteveen, Bokkeneukeveen, Futsjeveen, Gaskachelternijveen, Happekutterveen, Herejezusveen, Knuppelerveen, Kutjekrabbeveen, Onderbroekernijveen, Plumpumperaveen, Schaamlipperveen, Schippekutteveen, Schubbekutteveen, Schuitjesveen, Selderieknollerveen, Sint Herejezusveen, Strontemmerveen, Tietjerksterakutteveen, Vaginaveen, Witlofferveen en Wobbelkonterveen. De betekenis zal duidelijk zijn: fictieve plaatsnamen worden meestal gebruikt voor een denkbeeldig ‘gehucht’ of voor een land of plaats waar allerlei dwaze toestanden heersen of waar men het niet zo nauw neemt met de wet. Ze spelen vooral een grote rol in dooddoeners voor antwoorden op vragen als: Waar ga je naartoe? (‘Naar Scheetjeboe, drolletje begraven, mag jij het kistje dragen’). Wat ga je doen? Waar gaan jullie naartoe met vakantie? Welke fictieve plaatsnamen kent u? Waar, wanneer en onder welke omstandigheden hebt u ze leren kennen? Dat zou ik graag van u horen. Reacties kunt u per e-mail sturen naar sanders@nrc.nl of per post naar de redactie van Onze Taal. |
|