De ingewanden van het Nederlands
De lettergreep [2]
Battus
In een Nederlandse tekst is de helft van de woorden eenlettergrepig. Een kwart van de woorden telt twee lettergrepen. Veel woorden van drie, vier, vijf lettergrepen staan er dus niet in Nederlands proza. Maar er zijn er genoeg: in het woordenboek zorgen de eenlettergrepigen voor slechts drie procent, de woorden van twee lettergrepen voor twintig procent van het aantal trefwoorden. Het meest voorkomend in een woordenboek, met dertig procent, zijn de drielettergrepige (‘trisyllabische’) woorden.
Van de 500 woorden die rechtsboven op een rechterbladzij in het Groene Boekje staan, zijn er 150 trisyllabisch. Die 150 woorden zijn gemiddeld tien letters lang, van het zesletterige woord libero tot het veertienletterige woord machtsmisbruik.
Het meest voorkomende patroon in die groene woorden is de opvolging van twee lettergrepen van drie letters afgesloten door een greep van vier letters: zusterhuis, boerenkool, dartelheid, heiligbeen. Maar er zijn nog honderden andere patronen. In het overzicht hiernaast heb ik voorbeelden gegeven van de 7 × 7 × 7 mogelijke patronen tussen de aanvoegende wijs iaë en het kostbare scheepsschroefschroot. In elk rijtje veranderen de eerste en tweede lettergreep niet van lengte en loopt de