Klagen
Nu moet een overheidsinstelling als de Nederlandse Taalunie dat soort ambities volgens mij ook niet hebben. Het heeft geen zin taken op je te nemen die anderen al met succes uitvoeren. En de overheid moet er al helemaal voor oppassen om te gaan concurreren met haar eigen burgers. Zowel voor de taal als voor de literatuur zijn er al tal van goede tot uitstekende verzamelingen koppelingen op internet te vinden, die bovendien onderling naar elkaar verwijzen (zie het kader bij dit artikel). Nog nooit heb ik iemand horen klagen dat de overheid hem onvoldoende bijstond in zijn zoektocht naar informatie over taal. Het is alsof het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zou besluiten om pal naast de borden van de ANWB zelf borden te plaatsen om de burger te wijzen hoe hij rijden moet.
Daar komt bij dat wie aan internet wil bijdragen, zich open moet stellen voor discussie. Op internet maakt niemand de dienst uit. Om te kunnen bouwen aan het netwerk moet men bereid zijn om samen te werken met andere gebruikers, en naar hen te luisteren. Daar schort het bij de Nederlandse Taalunie aan.
Een voorbeeld is de gang van zaken rond het Taalunieversum zélf. Ik hoorde iets meer dan een jaar geleden voor het eerst van het plan. De combinatie van taal en internet is een deel van mijn werk, dus ik heb geprobeerd een en ander zo goed mogelijk te volgen. Nergens op internet, niet op het Taalunieversum en niet op de eigen weblocatie van de Taalunie, is er - zelfs nu, ruim een jaar later - goede informatie over alle grote plannen te vinden. Al heel lang wordt bijvoorbeeld die ‘geavanceerde zoekmachine’ aangekondigd, maar ik weet nog steeds niet wat ik mij daarbij moet voorstellen.
Nooit heeft de Taalunie met de taalgebruikers op internet over deze plannen gesproken of geë-maild. Wel heeft ze contact gelegd met internetbedrijven en met vooraanstaande beleidsmakers. Maar bij geen enkele gelegenheid heeft de Taalunie op internet gediscussieerd over de vraag of er onder de gewone, niet-professionele taalgebruikers voor wie het allemaal bedoeld heet te zijn, eigenlijk wel behoefte is aan een groots opgezet project als het Taalunieversum. Zelfs met enkele belangrijke onafhankelijke webredacties is er nooit serieus contact geweest over de manier waarop er zou kunnen worden samengewerkt. Dat contact beperkte zich in het geval van de webredactie van Onze Taal - die ik nu eenmaal het best ken - tot nu toe tot aanwijzingen over hoe het volgens de Taalunie anders zou moeten.
Illustratie: Jaap Vegter