De taal van het recht
Juridische vaktaal is voor gewone burgers vaak moeilijk te volgen. Dat komt niet alleen door het jargon (vaktermen, Latijnse en archaïsche woorden en woordgroepen), maar ook door de ondoorzichtige structuur en de ambtelijke stijl: indirecte rede, tangconstructies, passieve zinnen, dubbele ontkenningen en voorzetselstapelingen. Joris Gerets, docent Rechtstaalbeheersing aan de Universiteit van Antwerpen, beschrijft in Betere taal: meer recht hoe het anders kan, maar stelt ook dat er in de eerste plaats een mentaliteitsverandering nodig is: juridische teksten zijn niet alleen bedoeld voor juristen, maar ook om met de burger te ‘communiceren’. Gerets behandelt alle genoemde aspecten van juridisch taalgebruik (jargon, stijl, structuur), en geeft vooral met voorbeelden van herschrijvingen aan hoe een tekst duidelijker kan worden. Waar nodig gaat hij ook in op de verschillen tussen de Belgische en de Nederlandse situatie. In een aparte bijlage komt ten slotte ook de (nieuwe) spelling nog aan bod.
Betere taal: meer recht. Handboek rechtstaalbeheersing is een uitgave van Acco en kost f 32,50. (92 blz.)
ISBN 90 334 4356 2