Set-top-box
In 1994 verschenen in de krant berichten over digitale, interactieve televisie oftewel webtelevisie. Daarin figureerde een aantal malen het woord set-top-box (in allerlei spellingen), een soort decoder. Het ding en de mogelijkheden ervan leken destijds nog toekomstmuziek: ‘Wie over een speciale Set Top Box beschikt, kan in de verdere toekomst de via de Ster aangeboden produkten bestellen’, schreef Het Parool op 30 juni 1994. Maar was dit leenwoord daarmee nu ook meteen rijp voor het woordenboek?
Technische ontwikkelingen worden vaak geïntroduceerd met een naam die soms al snel weer wordt vervangen. Set-top-box werd in de krant aanvankelijk bestempeld als ‘jargon’ - het is dan ook een complex en niet erg tot de verbeelding sprekend woord - en dat pleit doorgaans niet voor de levensvatbaarheid ervan in de algemene taal. Verder was het de vraag of de set-top-boxen alleen in een ver buitenland in gebruik zijn of ook hier, in het eigen taalgebied. Als dat laatste het geval is, wordt een vreemd woord waarschijnlijk veel eerder gewoon Nederlands, vooral als het apparaat ook nog eens met dezelfde naam op de markt is.
Hoewel set-top-box ook aan het einde van de jaren negentig nog weleens wordt gepresenteerd als vreemd woord - het staat cursief of met zogeheten ervoor in de krant, terwijl het vaak ook nog direct wordt verklaard - raakt het woord samen met het verschijnsel meer en meer ingeburgerd. Dat blijkt onder meer uit een toename van het aantal keren dat het in de krant voorkomt. Dit betekent dat dit vreemde woord pas een jaar of drie, vier nadat het voor het eerst in een Nederlandse krant had gestaan, aan een aantal randvoorwaarden voldeed om een serieuze kanshebber voor een Nederlands woordenboek te zijn.