Gedachtesprongen
Eeuwenlang hebben wetenschappers en filosofen zich vooral met de logica van verzwegen argumenten beziggehouden. Hoe kun je het verzwegen argument expliciet maken, zodat je een logisch sluitende formulering krijgt? Als iemand zegt: ‘Karel houdt niet van appeltaart, want Karel is een echte man’, verzwijgt hij zijn argument ‘echte mannen houden niet van appeltaart’. De redeneringen waren verfijnd, maar met de alledaagse praktijk van schrijvers en lezers hadden ze weinig te maken. Pas aan het eind van de jaren zestig begonnen de wetenschappers die zich met communicatie bezighielden zich meer te richten op het alledaagse taalgebruik. Nu worden de oorspronkelijke ideeën van Aristoteles weer serieus genomen.
Gerritsen raakte geboeid door het verschijnsel ‘verzwegen argumenten’ toen ze als student Nederlands schrijftrainingen gaf, en veel teksten met vreemde gedachtesprongen onder ogen kreeg. Ze werkt nu als docent communicatie aan de economische faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Haar onderzoek had ook een praktische bedoeling. Gerritsen bedacht een fijnmazig schema waarmee schrijvers hun redeneringen kunnen ontrafelen, en zo kunnen voorkomen dat ze argumenten verzwijgen die voor de lezer cruciaal zijn. Gerritsen: ‘Mensen denken vaak dat die verzwegen argumenten door de lezer wel kunnen worden aangevuld. “Voor economen is dat duidelijk”, zeggen ze dan tegen mij. Maar ik heb zo'n economische tekst weleens voorgelegd aan een groepje van vijftien specialisten. Allemaal dachten ze dat het verzwegen argument volstrekt voor de hand lag, maar toen ik ze vroeg dat op te schrijven, noemden ze allemaal wat anders.’