| |
| |
| |
Van ‘aap noot mies’ tot turbotaal
Taalkroniek van de twintigste eeuw
Peter Burger en Jaap de Jong
In de afgelopen honderd jaar kregen Vlamingen en Friezen recht op hun eigen taal en werd in Leiden het grootste woordenboek ter wereld voltooid. Nederlanders vlogen elkaar in de haren over de spelling én zaten bij honderdduizenden aan de buis gekluisterd toen Philip Freriks voorlas over przewalskipaarden en tseetseevliegen. Het proces tegen Van Dale en de eerste Nederrock-single: 37 sleutelmomenten uit de afgelopen eeuw.
| |
1 januari 1900
De Nederlandse krant De Standaard publiceert een brief van de heer L.C. de Lang uit Den Haag, die betoogt dat de twintigste eeuw pas op 1 januari 1901 begint: pas dan zijn er negentienhonderd jaren verstreken sinds het jaar nul. De discussie zal zich aan het einde van de eeuw herhalen.
| |
22 juni 1909
De Nederlandse regering stelt voor het eerst een spellingcommissie in, de commissie-Kuyper, die in januari 1912 adviseert de spelling niet te vereenvoudigen. Mensch behoudt zijn -ch, zoo en beenig hun dubbele klinkers, hondenhok en oorlogsschip hun tussenletters.
| |
1909
Op alle lagere scholen wordt het leesplankje met ‘aap noot mies’ ingevoerd. Het plankje, waarvan de eerste versie verscheen in 1898, is bedacht door M.B. Hoogeveen, destijds schoolhoofd in Deventer; later werd hij directeur van de kweekschool in Leiden. De tekeningen bij de bekendste versie van het leesplankje zijn van Cornelis Jetses, die samen met Ligthart en Scheepstra in 1908 al zes leesboekjes bij het leesplankje van Hoogeveen bewerkte.
Op het leesplankje komt één klinker twee keer voor, de korte o van hok en bok, omdat die in deze periode nog door veel mensen als twee verschillende klinkers wordt uitgesproken. Zelfs aan het eind van de eeuw zijn er nog mensen voor wie bok wel op slok rijmt, maar niet op hok, klok en kok.
| |
1911
Oudste bericht over het gebruik van hun als onderwerp: de taalkundige J.A. Vor der Hake meldt dat hij in Haarlem meermalen de zin Hun doen dat niet heeft gehoord.
| |
16 juni 1916
De regering stelt een tweede spellingcommissie in, de commissie-Kluyver, die in 1919 adviseert enige vereenvoudigingen door te voeren, waaronder: schrijf naamvalsuitgangen alleen bij mannelijke personen en dieren. Dus: ‘Zet de stoel in de hoek’, maar: ‘De boeken van dien jongen.’ In 1921 wordt dit advies aangepast door de commissie-Kluyver/Muller, daarna verdwijnt het in de prullenbak.
| |
17 september 1917
Uit ergernis over de godslasterlijke taal van het marinepersoneel in zijn woonplaats richt de heer J. Baas uit Den Helder de Bond tegen het Vloeken op. Omstreeks 1950 introduceert de Bond, onder andere op aanplakbiljetten in stations, de spreuk: ‘Spreek vrijmoedig over God, maar misbruik nooit Zijn naam.’ De papegaaienposter met de tekst ‘Vloeken is aangeleerd! Word geen naprater!’ verschijnt in 1985.
| |
1925
In Zuid-Afrika wordt het Afrikaans naast het Engels en het Nederlands erkend als officiële landstaal. In de Grondwet van 1910 waren Engels en Nederlands als officiële talen aangewezen. Hoewel het een dode letter is, blijft Nederlands tot de grondwetswijziging van 1984 die status behouden.
| |
10-15 april 1928
Tijdens een internationaal taalkundig congres aan het Haagse Binnenhof presenteren taalgeleerden als Roman Jakobson en Nikolaj Troebetskoj hun visie op taal. Een nieuwe vorm van taalkunde ontstaat, die zich niet richt op de geschiedenis van talen, maar op de structuur van het taalsysteem - het structuralisme.
| |
28 oktober 1928
Op het Tweede Indonesische Jeugdcongres wordt het Maleis uitgeroepen tot eenheidstaal: ‘Kami poetera dan poeteri Indonesia mendjoendjoeng bahasa persatoean, bahasa Indonesia’ (‘Wij, zonen en dochters van Indonesië, aanvaarden als eenheidstaal het Bahasa Indonesia’). Daarmee trekken de nationalisten definitief een streep door de toekomst van het Nederlands als postkoloniale taal.
| |
12 september 1930
Minister van Onderwijs J. Terpstra introduceert voor het onderwijs de spelling-Terpstra, met de ‘seksuele n’: de naamvals-n hoeft niet meer gespeld te worden, behalve bij personen en dieren van het mannelijk geslacht. Voortaan schrijft
| |
| |
men dus niet langer ‘in onzen verstandigen ministerraad’ maar ‘in onze verstandige ministerraad’ (ministerraad is een mannelijk woord, maar geen persoon). Maar wel: ‘De kleine jongen was bang voor den grooten, verschrikkelijken stier.’
| |
21 oktober 1930
De Vlaamse voorman August Vermeylen opent als rector de vernederlandste universiteit van Gent: de eerste Nederlandstalige universiteit van België. Voorheen was alle hoger onderwijs in Vlaanderen Franstalig, al hadden de Duitse bezetters al in 1916 een Nederlandstalige universiteit geopend in Gent. Deze maatregel was echter in 1919 weer ongedaan gemaakt.
| |
15 december 1930
Onder de kop ‘Het paard van Troje’ waarschuwt redacteur C.K. Elout op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad tegen de verderfelijke invloed van germanismen, die het Nederlands binnendringen door de populariteit van Duitse muziek, Duitse handelsproducten en Duitse dienstmeisjes. Het Nederlands dreigt een Duits dialect te worden en Nederland een provincie van Duitsland. Onder de vele lezers die hun instemming betuigen is er een die voorstelt een genootschap op te richten tegen germanismen: de Nederlandse consul in Sjanghai Groenman. Op 16 mei 1931 wordt in het Centraal Hotel aan de Amsterdamse Stadhouderskade het Genootschap Onze Taal opgericht.
| |
14 juli 1932
België: bij wet wordt het lager en middelbaar onderwijs in Vlaanderen volledig Nederlandstalig.
Januari 1933: ontdekking van een van de oudste Nederlandse zinnetjes die bewaard zijn gebleven.
Foto: Bodleian Library, Oxford
| |
januari 1933
In een Engels vakblad publiceert de germanist Kenneth Sisam een van de oudste Nederlandse zinnetjes die bewaard zijn gebleven. Hij ontdekte het in een Oudengels prekenhandschrift in de Bodleian Library in Oxford: ‘Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu uuat unbidan uue nu’. Of: alle vogels zijn met hun nestjes begonnen, behalve ik en jij - waar wachten we op?
| |
5 juni 1935
Bij wet wordt de rechtspleging in Vlaanderen volledig vernederlandst.
| |
19 mei 1937
Tot nu toe was het in Friesland verboden om op school kinderen Fries te leren. Dat verandert met de wet-Slotemaker de Bruïne: waar een streektaal ‘in levend gebruik’ is, mag die ook onderwezen worden.
| |
30 juli 1938
In België wordt de wet op het taalgebruik in het leger ingevoerd. Officieren mogen nu ook in het Nederlands bevelen geven.
| |
november 1940
Taalcolumnist Charivarius (pseudoniem van Gerard Nolst Trenité) publiceert Is dat goed Nederlands? Dit eerste taaladviesboek voor een groot publiek beleeft zeven drukken; er worden tienduizenden exemplaren van verkocht. Charivarius toont zich een fervent bestrijder van pleonasmen (nutteloze verspilling, tijdig redden), grammaticale fouten (Het raam reikte, staande voor het venster, slechts tot de knieën) en germanismen - hij bestelt in plaats van ‘aardbeien met slagroom’ (Schlagsahne!) liever ‘aardbeien met geklopte room’.
| |
8 december 1942
De Japanse bezetters van Nederlands-Indië vervangen de naam Batavia door Djakarta. Sinds de capitulatie op 8 maart van dit jaar is het Nederlands gaandeweg verboden, en in de media, op school, in reclame en op uithangborden vervangen door Indonesisch en Japans. Behalve in de gevangenenkampen mag zelfs in huiselijke kring officieel geen Nederlands worden gesproken.
| |
1 mei 1947
Bij wet wordt de spelling-Marchant ingevoerd, de eerste officiële en algemene spellingwijziging in de twintigste eeuw. De vereenvoudigers, aangevoerd door Kollewijn, krijgen grotendeels gelijk. De meest in het oog springende wijzigingen betreffen de afschaffing van de dubbele ee en oo in open lettergrepen (‘niet zoo, maar zo’) en de verdwijning van de onuitgesproken -ch (versche visch wordt verse vis).
| |
1954
Nu de Woordenlijst van de Nederlandse Taal verschijnt, beter bekend als het ‘Groene Boekje’, wordt pas goed duidelijk welke consequenties de spellinghervorming heeft voor de schrijfwijze van bastaardwoorden. Bij talloze woorden vermeldt de woordenlijst welke vorm de ‘voorkeur’ heeft (kwalificatie) en welke vormen worden ‘toegelaten’ (qualificatie, kwalifikatie).
| |
1955
De Lager-onderwijswet van 1920 wordt gewijzigd: voortaan mag Fries in alle klassen van het lager onderwijs als apart vak worden onderwezen; in de eerste drie klassen mag het ook voertaal zijn bij andere vakken.
| |
1959
In de Gramophonehouse studio's in Heemstede nemen Peter Koelewijn en zijn Rockets het eerste Nederlandstalige rock-'n-rollnummer op. Een ooggetuige: ‘Ik herinner me nog heel goed hoe Peter en zijn Rockets met de trein aankwamen uit Eindhoven. Ze stelden hun spullen op in de studio en gingen meteen “Kom van dat dak af” spelen. Dat was zo'n sensationele gebeurtenis dat de studiochef de directie opbelde, berichtte wat er zich afspeelde en meedeelde dat hij daarvoor geen verantwoordelijkheid wilde dragen.’ De single - uitgebracht als de directie op vakantie is - komt op 16 mei 1960 de hitlijsten binnen en belandt op de eerste plaats. Er worden 100.000 exemplaren van verkocht. In 1971 wordt het weer een hit, en in 1981 en 1989 nóg eens.
| |
1 september 1963
In België wordt de Taalgrenswet van kracht, die definitief vastlegt waar Nederlands en waar Frans wordt gesproken. 24 gemeenten die voorheen onder Waals bestuur vielen, worden Vlaams, 25 Vlaamse gemeenten verhuizen naar de andere kant van de taalgrens. Onlusten blijven uit, behalve in de Voerstreek, waar Walen protesteren tegen de overheveling van zes dorpen van het Waalse Luik naar het Vlaamse Limburg.
| |
| |
1959: Peter en zijn Rockets nemen het eerste Nederlandstalige rock-'n-rollnummer op: ‘Kom van dat dak af’.
| |
18 februari 1966
Aan de Universiteit van Amsterdam promoveert Albert Kraak op een onderzoek naar Negatieve zinnen: voor het eerst wordt in Nederland en met Nederlandse voorbeelden gedemonstreerd hoe Chomsky's transformationeel-generatieve grammatica werkt. Eerste stelling: ‘De ontwikkeling die zich met het werk van Chomsky in de grammatica heeft voorgedaan vormt een overtuigend bewijs voor het belang van de wiskunde en de logica voor de linguïstiek.’
| |
14 september 1967
Stichting van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, te Leiden, dat tot taak krijgt het Woordenboek der Nederlandsche Taal te voltooien. Op dat moment moeten de letter R en de T tot en met de Z nog worden afgemaakt.
| |
4 december 1970
Voor de Haagse rechtbank dient een kort geding van de joodse zakenman Herman Boekdrukker tegen de uitgever van de dikke Van Dale, waarin jood onder andere wordt gedefinieerd als ‘woekeraar’, ‘zwendelaar’ en ‘bedrieger’. Boekdrukker voelt zich aangetast in zijn eer en goede naam en eist dat de omschrijving veranderd wordt, ook in de pas verschenen negende druk. Volgens de rechter is Van Dale zorgvuldig genoeg geweest. Wel belooft de uitgever in toekomstige edities de gewraakte betekenissen als ‘verwerpelijk’ aan te merken.
| |
21 januari 1974
In de eerste uitzending van het VARA-programma over seksuele voorlichting ‘Open en bloot’ gebruikt presentator Joop van Tijn het woord neuken - een primeur voor de televisie.
| |
21 juli 1976
In De Troonrede van Ridderzaal naar huiskamer vertalen Kamervoorzitter Anne Vondeling en schrijfadviseur Jan Renkema de Troonrede van 1975 in begrijpelijk Nederlands. ‘Over het u heden gepresenteerde samenstel van beleidsvoornemens’ betekent niets meer dan: ‘over al deze plannen’. De vereenvoudigde Troonrede is een van de activiteiten van de Commissie Duidelijke Taal, die in 1973 is ingesteld om het taalverkeer tussen overheid en burger te verbeteren.
| |
9 september 1980
In het Brusselse Egmontpaleis wordt het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie ondertekend. Nederland en Vlaanderen geven hiermee aan samen de verantwoordelijkheid te willen dragen voor hun taalbeleid: spelling, zorg voor de neerlandistiek in het buitenland, woordenboeken en andere naslagwerken. Ook maken de verdragspartners zich samen sterk voor de vertegenwoordiging van de Nederlandse taal in de Europese politiek.
| |
20 december 1985
Onder de kop ‘Kwestie van even nadenken’ wijdt NRC-commentator J.L. Heldring (1917) voor het eerst een column aan ‘taalfouten die eigenlijk denkfouten zijn’. Tot en met 26 mei 1998 zal hij maandelijks een bloemlezing publiceren van kromme zinnen uit de krant. Typische ‘Heldringiana’ zijn: ‘Hij behoort tot een van de grootste solisten van onze tijd’ en ‘Alle leiders zijn de mond gesnoerd.’
| |
september 1987
Jan Kuitenbrouwer typeert in zijn bestseller Turbo-taal de vlotte babbel van yuppen en jongeren. Voor compacte woorden als aso, depri, lesbo en popi munt hij de term afko. Turbo-taal is een verkoopsucces en maakt een stroom van populaire boeken en boekjes over taal los.
| |
12 december 1989
In het tv-programma ‘Concept’ beveelt minister van Onderwijs J. Ritzen de Nederlandse universiteiten aan Engels te gebruiken als voertaal. Hierdoor zullen buitenlandse studenten eerder een deel van hun studie in Nederland volgen. Onder druk van heftige protesten, onder meer uit de Tweede Kamer, zwakt Ritzen zijn voorstellen al snel af.
| |
15 december 1990
Nieuwslezer Philip Freriks presenteert het eerste Nationaal (later: Groot) Dictee der Nederlandse Taal. Hét struikelwoord in de eerste aflevering: przewalskipaard. Enkele hoogtepunten uit de jaren daarna: lambrizeringen van cipressehout (1991), lucullisch genot, choquerende bacchanalen (1992), sjaals van shantoeng of kasjmier (1993), vermaledijde balkenbrij (1994), caleidoscopisch, onoorbaar, tseetseevlieg (1995), bosschage, kakibroek (1996), feniks, antimakassartje (1997), guichelheil (1998).
| |
1993
Fries wordt een verplicht vak in het voortgezet onderwijs in Friesland.
| |
8 december 1995
Staatssecretaris Nuis neemt het ‘eerste’ exemplaar in ontvangst van het nieuwe Groene Boekje, waarvan op dat moment al 200.000 stuks verkocht zijn. De nieuwe spelling zal op 1 september 1997 verplicht worden voor overheid en onderwijs. Tot de opvallendste wijzigingen behoren de afschaffing van de ‘toegelaten’ spelling en de zwaarbekritiseerde nieuwe regeling voor de tussen-n (pannenkoek).
| |
1 december 1998
In het bijzijn van koningin Beatrix, prins Claus, koning Albert en koningin Paola wordt in Leiden de voltooiing gevierd van het Woordenboek der Nederlandsche Taal, het grootste ter wereld. Het behandelt in 45.000 bladzijden 400.000 woorden uit de periode 1500-1921. Er is 147 jaar aan gewerkt.
Dit artikel bevat een selectie uit de taalkroniek van het Taalboek van de eeuw, redactie Peter Burger en Jaap de Jong, dat zojuist verschenen is bij Sdu Uitgevers.
|
|