Tijdschrift
Nederlandse taalkunde
1994 was een jaar van bezinning voor de uitgevers en de redacties van Spektator, De nieuwe taalgids en Forum der letteren. Het aantal abonnees van deze drie vakbladen voor neerlandici liep sterk terug en ook overigens werd er getwijfeld aan hun bestaansrecht. Hiervoor werden twee oorzaken genoemd. Ten eerste verschilden de bladen te weinig van elkaar, wat indirect gevolgen had voor hun kwaliteit: er was gewoon een te klein aanbod aan artikelen om alle drie de bladen op een goede manier te kunnen vullen. Bovendien bleek dat steeds meer neerlandici niet langer geïnteresseerd waren in de geboden mengeling van taal- en letterkunde. Daarom werd besloten de tijdschriften op te heffen en ze met ingang van 1996 door drie nieuwe tijdschriften te vervangen: Nederlandse taalkunde, Nederlandse letterkunde en TvL, tijdschrift voor literatuurwetenschap.
De redactie van Nederlandse taalkunde besloot de kwaliteit van de inhoud hoog in het vaandel te zetten. Zo hoog zelfs dat de afleveringen van de eerste jaargang steeds met aanzienlijke vertraging verschenen. De inhoud van het blad is slechts ten dele geschikt voor ‘leken’; de meeste artikelen vereisen een bepaalde voorkennis (en ook een bepaalde interesse, want niet iedereen zet met plezier de tanden in een artikel over, bijvoorbeeld, de ‘possessieve datief’), maar er zijn ook stukken die voor een geïnteresseerde leek goed te volgen zijn.
Het blad bevat meestal twee of drie hoofdartikelen, plus een artikel naar aanleiding van een bepaalde publicatie. Verder is er veel aandacht voor de vakliteratuur. In elke aflevering worden zo'n drie boeken uitgebreid beoordeeld, en daarnaast is er een signalementenrubriek met kortere beschrijvingen van boeken, en een tijdschriftenrubriek waarin de inhoud van de vaktijdschriften kort behandeld wordt. Sinds de jaargang 1998 bevat Nederlandse taalkunde ook een opiniërende rubriek waarin recente ontwikkelingen binnen de neerlandistiek aan bod komen en een rubriek over ‘taalkundig interessante plekken en ontwikkelingen op internet’.
De vormgeving van het blad is wat je van een vaktijdschrift zou verwachten: keurig, maar ook wat eentonig. Nederlands taalkunde verschijnt viermaal per jaar. Het is een uitgave van Martinus Nijhoff. Redactie: dr. H. den Besten, dr. A. Foolen, dr. L. Oversteegen, dr. M. Trommelen en dr. M.J. van der Wal. Een jaarabonnement kost f 99,-/Bfr. 1890; studenten f 77,-/Bfr. 1425; instellingen: f 180,-/Bfr. 3330. Abonnementen: Wolters-Noordhoff, afdeling Verkoopadministratie, Postbus 567,9700 AN Groningen. Tel. (050) 522 68 86.
ISSN 1384-5845