Onze Taal. Jaargang 67
(1998)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 314]
| |
■ Misvattingen over taal [1]
| |
■ Misvattingen over taal [2]
| |
■ Misvattingen over taal [3]
| |
Naschrift M.C. van den ToornMijn artikel over misvattingen over taal heeft blijkbaar een nieuwe misvatting tot gevolg gehad: dat men als leek geen oordeel over taal zou mogen hebben of niet voor zijn smaak zou mogen uitkomen. Natuurlijk mag dat wel, maar die oordelen zijn er dan dikwijls ook naar: de heer Boerman weet toch ook dat oordelen over mensen of wetten vaak onjuist blijken. Hetzelfde geldt voor mijn opponent Ter Heide: ook hij wil leken niet ‘verbieden’ mee te praten over zijn vak (evenmin als ik dus), maar hij zal het toch op prijs stellen als die leek met enige kennis van zaken spreekt. Ook op de kritiek van Tjitte de Vries past hetzelfde antwoord: nergens beweer ik dat iemand die geen taalkunde gestudeerd | |
[pagina 315]
| |
heeft zijn mond moet houden. Over de zegeningen van de nieuwe spelling (bedoeld is de laatste spellingaanpassing) zal men mij niet horen spreken. Wel ben ik van mening dat er enkele vereenvoudigingen hebben plaatsgevonden. Tot slot: het spijt me als ik de indruk gewekt heb vanuit gevoelsarmoede over taal te hebben geschreven. Om mijn opponent te citeren: ‘Zo leert een mens dagelijks weer wat nieuws.’ | |
■ Taalstrijd in België
| |
■ Stomme e
| |
■ Midderdag
| |
■ Zelfverwensingen
| |
Naschrift Ewoud Sanders en Rob TempelaarsIn ons boek Krijg de vinkentering! onderscheiden we twee typen zelfverwensingen: de échte zelfverwensingen, die meestal teruggaan op oude eedformules, en verwensingen als ‘ik mag lije dat...’ Net als C.W. Benthem stellen wij vast dat het werkwoord lijden een hoopvolle verwachting of een krachtige wens uitdrukt en dat het discutabel is of we wel van een zelfverwensing kunnen spreken: in feite gaat het meestal om ziekteverwensingen verpakt in de vorm van zelfverwensingen. Als we echter niet op de betekenis maar uitsluitend op de vorm letten, kan ‘ik mag lije dat...’ wel tot de zelfverwensingen gerekend worden. Een bijkomend argument is dat de argeloze taalgebruiker het traditionele begin ‘ik mag lije dat...’ wel degelijk opvat als een zelfverwensend element. | |
■ Luxaflex
| |
[pagina 316]
| |
liedje mocht gebruiken. Zoals u ziet is Onze Taal zeker niet de eerste die door Hunter Douglas berispt wordt.
Vence, 28 Februari 1973.
Geachte Heer Eilbracht,
Ik zal wel vreselijk dom zijn op zakelijk gebied, maar wat betreft Uw brief van 7 Februari ontgaat me Uw bedoeling volkomen. Vooropgesteld dat ik Luxaflex een geweldig artikel vind, dat ik er vele heb laten aanbrengen, moet me van het hart dat ik vind dat als een artikel een dergelijke naam gekregen heeft zodat het alleen maar Luxaflex kan zijn en niets anders, er zoveel bereikt is dat het ‘instituut’ niet meer te verwoesten is. Een goed voorbeeld: het is ons verboden voor de tv. en op platen reclame te maken omdat dat ofwel gehonoreerd moet worden ofwel gemakkelijk te vermijden is. Ik heb in mijn carrière af en toe reclame gemaakt en het zal U misschien verwonderen dat ik daar bedragen van 50.000 tot 200.000 gulden voor heb ontvangen. Als we voor een film b.v. financiering zoeken zijn dat soort bedragen voor een z.g. ‘verborgen’ reclame geen uitzondering. Maar er zijn producten die zo zijn ingeburgerd en zo in de taal zijn opgenomen dat zij staan voor begrippen. Slechts dan staat men toe dat ze gebruikt worden in teksten. Het lied ‘Drinking Rum and Coca Cola’ kon gewoonweg niet verboden worden omdat Coca Cola een begrip is waarbij de namen van alle andere coladranken als reclame opvallen. Dat een meisje in één van mijn liedjes de Luxaflexen neerdoet wil alleen maar zeggen dat het moderne mensen zijn en in dat woord luxaflexen ligt de hele moderne wereld van deze mensen. Het is me weleens gebeurd dat ik het woord deuxchevautje in een liedje gebruikte op de tv. Het gevolg was dat ik zo'n autootje aangeboden kreeg, zo blij was men met de reclame...! Ik wil van U echt geen luxaflexen voor mijn ramen hier in Zuid-Frankrijk want die heb ik al, maar ik zou denken dat er eerder een dankbare brief dan een brief met aanmerkingen het gevolg zou zijn. In ieder geval, het programma gaat al niet meer sinds januari. Willem Nijholt heeft het wel op de grammophoonplaat gezongen maar dat wordt nooit uitgezonden geloof ik. Om mijn aanhef even te herhalen: ik begrijp niet dat een firma juist erg blij is met het noemen van een naam van hun product, het is toch zomaar een kado en een publiciteit en wie is er niet blij met gratis publiciteit? Of het moest zijn dat de firmanten vinden dat er zich achter hun Luxaflex geen huwelijksdramaatje mag afspelen. Er zullen wel ergere en ook spannendere dingen gedaan worden achter een Luxaflex. Heb ik het verkeerd begrepen? Als U zin hebt antwoordt U dan maar eens.
Intussen met groeten en hoogachting, Wim Sonneveld |
|