● Softwarebedrijf
Het Groene Boekje is misschien het meest voor de hand liggende voorbeeld, maar ik heb meer wensen. Wie het Woordenboek der Nederlandsche Taal wil raadplegen, moet nog steeds enkele honderden guldens neertellen om een cd-rom te kopen. Ook de inhoud van dit elektronische woordenboek is goeddeels met gemeenschapsgelden in Leiden gemaakt. Het wordt door het softwarebedrijf AND gedistribueerd. De cd-rom bevat bovendien niet de volledige versie van het woordenboek. Toen het schijfje gemaakt werd, was de redactie niet verder gekomen dan de letter w. Een woordvoerster van het bedrijf vertelde me dat het niet erg waarschijnlijk is dat het bedrijf binnen afzienbare tijd met een volledige versie komt: ‘We hebben aan de eerste cd nauwelijks iets verdiend.’ Omdat al het materiaal er toch is, vind ik dat de overheid het dan zelf maar moet distribueren.
Er zijn meer voorbeelden. Op dit moment wordt door een aantal mensen aan de universiteit van Nijmegen gewerkt aan een elektronische editie van de Algemene Nederlandse Spraakkunst. Wat hoop ik dat ik die nog eens via mijn eigen schootcomputer en een telefoon bereiken kan. Aan de universiteit in Tilburg wordt aan een Engelstalige referentiegrammatica over onze taal gewerkt, en aan de universiteit van Wenen bouwt men aan een elektronische cursus zakelijk Nederlands voor Duitstaligen. Ik hoop dat een buitenlander die dat wil over een paar jaar met zelfstudie Nederlands kan leren. Een Taaladviesoverleg heeft in de afgelopen jaren, gestimuleerd door de Taalunie, een databank samengesteld met taaladviezen. Ik hoop dat die databank niet alleen via dure cd-roms verspreid zal worden.
Er moet wel geïnvesteerd worden, maar het gaat niet om grote bedragen. De grootste investeringen zijn al gedaan, toen de inhoud van het Groene Boekje, de Algemene Nederlandse Spraakkunst en al die andere uitgaven werd opgesteld. De overheid moet ervoor zorgen dat er een centraal punt komt waar alle belangrijke documenten en databanken voor iedereen gratis toegankelijk zijn. Voor de wetboeken gaat de overheid dat zoals gezegd ook al doen; de taalproducten zouden hierbij kunnen worden gevoegd. Taal is te belangrijk om aan het bedrijfsleven over te laten.