Nieuwe samenstellingen
René Appel
Af en toe heeft de afbreekroutine kennelijk niet correct gewerkt, en dan lees je in een krant over een ‘dia-gnose’, of over ‘onderzoek-staken’. Wie hier eenmaal gevoelig voor is, ziet snel ‘andere woorden’ in bestaande samenstellingen. Zo interpreteert de hoofdpersoon van Onder het plaveisel het moeras van A.F.Th. van der Heijden het woord portiekneuken als ‘portie kneuken’. Ik lijd aan een vergelijkbare kwaal; ook ik lees bestaande woorden als nieuwe, onvermoede samenstellingen. Ik doe dat simpelweg door zulke woorden op een eigen wijze te splitsen. Ik ga niet zo ver als de hoofdpersoon van Van der Heijden, omdat ik bijvoorbeeld kneuken niet als woord beschouw. Mijn nieuwe samenstellingen moeten bestaan uit echte woorden of woordvormen.
Tot nu toe is het misschien nog niet helemaal duidelijk hoe het precies zit met mijn afwijking, maar enkele simpele illustraties kunnen veel verduidelijken. Zo is in mijn lexicon van originele samenstellingen gastank een verbinding van ga en stank, en dus niet van gas en tank, en slager van slag en er. Slager is een voorbeeld van een niet-samengesteld woord dat toch als samenstelling is te beschouwen; slapen (sla-pen) is een ander, evenals gazon (ga-zon) en minister (mini-ster, een samenstelling die voor mij overigens steeds meer realiteitswaarde krijgt). Langere woorden bieden de mogelijkheid om een uit drie delen bestaande samenstelling te construeren: nat-uur-lijk, wet-enschap.
In veel gevallen berust het nieuwe van de samenstelling op het ‘verplaatsen’ van de woordgrens of in feite van de grens van de samenstellende delen, zoals in het beroemde bommel-ding, waar eigenlijk hom-melding zou moeten worden gelezen. Een simpel ander voorbeeld is rijst-ijl Hierna volgen nog meer voorbeelden, vaak van betrekkelijk lange woorden: sterk-oraal, kam-pop-passer, best-uur-staak, slak-rui-den, mes-takkoord, divan-ei-gingen. Hoe langer de nieuwe samenstellingen, des te mooier, zoals: kers-tin-kop-en, ad-optiek-inderen, hert-en-tam-en. De langste uit mijn verzameling bestaat uit vijf delen: prak-tij-kop-lei-ding.
Een nieuwe samenstelling geldt alleen maar als nieuw wanneer de delen niet in het oorspronkelijke woord voorkomen. Cel-lente-kort is hier dus geen nieuwe samenstelling, vanwege cel, en ook kort is een twijfelgeval.
Overigens kan mijn kwaal wel licht problematische gevolgen hebben. Zo kan ik nauwelijks nog teksten lezen zonder te letten op woorden die zich laten omvormen tot nieuwe samenstellingen. Daar hebben kennelijk meer mensen last van, want in de rubriek ‘Terzijde’ van Vrij Nederland van 20 juni vorig jaar las ik: ‘Je bent boven de vijftig als je cokes-mokkel leest als er cokesmokkel staat.’ Laat ik nu inderdaad boven de vijftig zijn!