Illustré bevatten een kern van Franse woorden met daaromheen een krans van Engels, Duits, Nederlands, Italiaans en Spaans. Uit elke taal schijnen zo veel mogelijk de woorden gekozen te zijn die internationaal in gebruik zijn of althans door anderstaligen begrepen kunnen worden (auto, cineaste, motor, politik, radio). Samenstellingen blijken vaak elementen uit verschillende talen te bevatten (allesbody, alstubitte, alstuplease, glacecream, sweetissimo, todag, velocyclo, vrouwette, yesvohl - geen onbekend procédé in een stad waar In De Belle Vue een café en Vitess'ke een dienstverleningsbedrijf is). Het Nederlands is vooral vertegenwoordigd door korte woordjes die niet verbogen of vervoegd kunnen worden (aan, alles, altijd, dat, de, deze, dus, een, elk, in, meer, naar, om, op, over, te, tegen, van), maar daarnaast vinden we ook dingen, drinken, gaan, gezond, inbegrepen, jenever, kind, laten, maken, nemen, rode, sommige, wereld, wit, zwart.
Tot zover de woordenschat. Hoe zit het met de grammatica? De zinnen zijn zo simpel gehouden dat er weinig te vervoegen of te verbuigen valt. (De auteur zegt zijn stijl aan taalcursussen en horoscopen te hebben ontleend.) Hier en daar een buigings-e (nexte zommer), een enkele meervouds-s (die avioplanos), dat is het zo'n beetje. De zinsbouw is meer Duits/Nederlands dan Frans, dus met de bijvoeglijke naamwoorden vóór het zelfstandig naamwoord (uno robusto und massivo wall).
Ook over de spelling valt weinig te zeggen. De meeste woorden behouden de schrijfwijze van de taal waar ze aan ontleend zijn, maar doorgaans zonder accenten en trema's. Hier en daar wordt de spelling van Engelse en Franse woorden bij de uitspraak aangepast. ‘Schoonmoeder’ is bijvoorbeeld belmer of belmere (Frans: ‘belle-mère’), ‘buurman’ wordt neibor (Engels: ‘neighbour’). Daarnaast treffen we fantasiespellingen aan als phisycale. Nog minder valt er te berichten over de uitspraak: Europanto is momenteel alleen voor schriftelijke communicatie bedoeld.