Uit de jaargangen
WALGELIJK LEKKER - Ons lid, de Heer W.E. Nieuwenhuis, is het er niet mee eens, dat wij deze uitdrukking blijkbaar beschouwen als niet strekkende tot verrijking van onze taal. ‘... het is een plastische uitdrukking, die vooral door studenten wordt gebezigd. Walgelijk lekker is iets, dat zóó lekker is, dat het lekkere tot de uiterste verfijning is gebracht, zoodat men, zich bewust van dit grenzenlooze raffinement, een gevoel van weerzin voelt opkomen tegen deze tè verre en tè consequente verfijning. Vandaar het “walgelijke”. Het is zóó lekker (zintuigelijke gewaarwording) dat ik geestelijk begin te wàlgen van dit zoo ongebreidelde overgeven aan zinsgenot.
U ziet, de gewraakte uitdrukking verrijkt eerder de taal, dan haar te bederven!’
Wij danken ons lid voor zijn toelichting. Wij zijn er niet zeker van, dat alle onze leden een open oog zullen hebben voor de verrijking, welke de taal door de uitdrukking in kwestie is te beurt gevallen. Dat halve biefstukje en die onschuldige doppertjes (uit het blik, het is nog te vroeg in den tijd!), die in staat zijn geweest een paar jongedames er toe te brengen zich ‘ongebreideld over te geven aan zinsgenot’!
Onze Taal, april 1938, blz. 28