Aan de gestorven geliefde
Dick Springorum - Nijmegen
‘Lieve Susan, ik blijf van je houden. Gerard’. Er staan hoe langer hoe meer van dit soort persoonlijke overlijdensberichten in de krant. Maar horen die daar eigenlijk wel in thuis?
Dat iemand een gestorven geliefde zoekt, wanhopig lieve woorden fluistert, haar graf bezoekt, haar naam duizendmaal herhaalt, om haar schreeuwt: dat is allemaal niet zo vreemd, ook niet in onze cultuur. Het getuigt allemaal van de genegenheid voor deze geliefde en van de onaanvaardbaarheid van de definitieve scheiding.
Ons begrafenisritueel voorziet in talrijke mogelijkheden om uiting te geven aan het verdriet om iemands overlijden. Vaste rituelen lijken een keurslijf te vormen, maar zij bieden ook bescherming en houvast voor de vertolking van dergelijke gevoelens. Grafschriften, teksten uit kerkelijke vieringen en teksten bij bloemstukken zijn voorbeelden van zulke vertolkers van vaak onbeschrijflijke gevoelens. En niet zelden wordt daarin de gestorvene toegesproken met teksten van de volgende structuur:
Lieve Susan, ik blijf van je houden. Gerard.
De ‘funeraire poëzie’ bevat talrijke van dergelijke teksten, gericht aan de gestorven geliefde. Met één voorbeeld uit de Nederlandse traditie wil ik hier volstaan:
Egidius,
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn:
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven,
Claerre dan der zonnen scijn;
Alle vruecht es di ghegheven.
In de krant kun je zulke gevoelsuitingen steeds vaker lezen in overlijdensberichten. Een voorbeeld:
Liefste
RIA
Ik kan je niet vergeten
Johan
Door de opmaak en de plaats in de krant is deze mededeling duidelijk herkenbaar als overlijdensbericht. Maar onmiskenbaar gaat het hier ook om een demonstratie van genegenheid aan de gestorven geliefde.
In een wat prozaïsche benadering kan men zich over dergelijke krantenberichten verwonderen. Dat deed ook de schrijver van de hierbij afgedrukte ingezonden brief in de Volkskrant. Hij vraagt zich af of een landelijke krant niet een érg onpersoonlijk medium is voor het overbrengen van persoonlijke gevoelens op een beperkte groep vrienden.
Als grafschrift, op gedachtenisprentjes of bij grafkransen is een zeer persoonlijke tekst niet ongebruikelijk. Daar vraagt niemand zich af of de gestorven geliefde die tekst wel zal lezen. De omstanders accepteren die formulering als vanzelfsprekend. Ook de toevallige voorbijganger accepteert genegenheidstekst en respecteert de gedemonstreerde genegenheid.
Maar moet een dergelijke tekst in een krant? Traditioneel heeft een overlijdensbericht in een krant voornamelijk een informatieve functie. Het dient om anderen op de hoogte stellen van iemands overlijden, en om hen in de gelegenheid te stellen de begrafenis bij te wonen, en ook - in vroeger tijden, maar ook nu nog wel - om hen op te roepen zich te melden in verband met de afhandeling van de nalatenschap. Dat verhinderde de afzender niet om in de keuze van de formulering enige piëteit te laten meeklinken; soms verwoord in clichés, soms in meer persoonlijke bewoordingen. Ook nu