(Vergeten woorden)
Aarzelmaand
Hans Heestermans
Twintig jaar geleden kreeg ik de eerste druk van Van Dale cadeau. Uit 1872. Ik was er zeer verguld mee, want ik had er al heel lang naar gezocht. Ik begon er onmiddellijk in te lezen. Op bladzijde 26, linkerkolom, stond het woord aarzelmaand voor ‘oktober’. Aarzelmaand! Wat mooi. Ik kon me levendig voorstellen waarom oktober zo werd genoemd. Die herfstmaand aarzelt, weifelt, weet niet wat ze moet doen. De ene dag brengt ze slagregen en gierende wind. De andere dag straalt ze, brengt ze zon.
Maar zo'n fantasietje moet je nooit vertrouwen. Dus snel naar het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT). Dat verbrijzelde mijn volksetymologie: ‘Uit Aarzelen, in den ouden zin van achteruitgaan en Maand. Bij verbastering ook Herselmaand (...) Verouderde benaming van de maand October, daaraan ontleend, dat de dagen in die maand het meest in 't oog loopend aarzelen, d.i. achteruitgaan of korten.’
Natuurlijk, daar had ik aan moeten denken. Aarzelen is afgeleid van aars, en het betekent oorspronkelijk ‘gaan in de richting van de aars’, dus ‘achteruitgaan’. Net zoals het Franse reculer, waarin cul ‘achterwerk’ te herkennen is. Ik vond deze etymologie minder bekoorlijk dan de mijne, maar ik kón er nog van genieten.
Mag je het WNT onvoorwaardelijk geloven? Nee. Op naar het Middelnederlandsch Woordenboek derhalve. Daar word ik bij aerselmaent verwezen naar erselmaent. Niets laten de bewerkers heel van de opvattingen van het WNT: ‘De naam (erselmaent H.H.) zal wel door volksetymologie onkenbaar zijn geworden (...) en oorspronkelijk geluid hebben hersemaent, gierstmaand, van herse (...) d.i. gierst.’
Ik geloofde er niets van. Of liever: ik wilde er niets van geloven. Waarom wordt de herfstmaand, die toch de wijnmaand is, gierstmaand genoemd? Is gierst een graansoort die in oktober wordt geoogst?
Voor mij was de herkomst van aarzelmaand nu steeds minder fascinerend geworden, vanwege de val die het woord had gemaakt van het poëtische ‘weifelen’ naar het prozaïsche ‘gierst’. Maar ik bleef aarzelmaand diep in mijn hart zo'n fraai woord vinden dat ik het gewoon ging gebruiken. Vooral in brieven aan mijn vrienden. Zij kregen dateringen onder ogen als ‘zevende dag van de aarzelmaand’. Soms belden ze op en vroegen ze waar het woord vandaan kwam.
- | ‘Wil je de echte, maar saaie verklaring horen, of de door mij verzonnen, maar aantrekkelijke oplossing?’ |
- | ‘Die van jou’, zeiden sommigen. En ik vertelde. |
Zo zijn er al tientallen mensen die de aarzelmaand kennen en gebruiken. Met de verkeerde etymologie.