de morele of psychische factor. Deze wordt in de Duitse tekst aangeduid met de geleerde term das psychologische Moment. Uiteindelijk zou mede op aandringen van Bismarck de beschieting op 5 januari 1871 beginnen.
De taalkundige bom was toen al gebarsten. Op 25 december 1870 had het Parijse Journal Officiel - berucht om zijn ondoorgrondelijke orakeltaal - een bericht geplaatst over dat Duitse artikel, waarin echter das psychologische Moment was opgevat als der psychologische Moment ‘het psychologische ogenblik’. Onmiddellijk ontstond een onontwarbare mengeling van beide betekenissen (‘factor’ en ‘ogenblik’), wat in de benarde Franse hoofdstad resulteerde in verontwaardiging en... hilariteit.
De verontwaardiging spreekt uit het dagboek van de gebroeders Edmond en Jules de Goncourt, die op 27 december schreven: ‘Het gesprek gaat over de beschieting, waarvan men meent dat ze de Parijzenaars vooralsnog eerder irriteert dan schrik aanjaagt - zulks in tegenstelling tot dat idee van die Duitse krant, dat het psychologisch moment voor het bombardement is aangebroken. Het psychologisch moment voor een bombardement - zo bont kunnen toch alleen Duitsers het maken!’
De hilariteit is beschreven door onder anderen Francisque Sarcey, in zijn Siége de Paris (1871). Uit de Nederlandse vertaling van hetzelfde jaar citeer ik: ‘Men kan denken of er bij ons ook over dat zielkundige oogenblik gelachen is. [...] Men kon b.v. elk oogenblik hooren: “Ik heb honger, het zielkundig oogenblik om aan tafel te gaan is daar.” [...] Zoo riep iedereen uit, toen de eerste kogel in Parijs viel: “Kijk! zij gelooven dat het psychologisch oogenblik is gekomen!”’
Uit andere bronnen is bekend dat Sarcey niet overdreef. Dat Parijs zich ten slotte op 28 januari 1871 toch overgaf, kwam niet zozeer door de beschieting, alswel door de honger, de kou en het dreigende oproer.