Onze Taal. Jaargang 66

[p. 230]

Verslag jaarvergadering
Genootschap Onze Taal
P. Smulders

Op donderdagavond 5 juni hield het genootschap zijn jaarvergadering in Sociëteit De Witte in Den Haag. 45 leden bezochten deze ledenvergadering en de aansluitende lezing van dr. Jan Renkema over het taalbeleid van de overheid. (Een samenvatting hiervan vindt u elders in dit nummer.)

● Het jaar 1996

In het jaarverslag over 1996 bespreekt de secretaris diverse activiteiten en beleidsvoornemens. Zo is als reactie op de ontevredenheid over de nieuwe spelling en over de kwaliteit van het Groene Boekje een samenwerkingsproject opgezet met de Universiteit Brabant om in 1998 te komen tot een ‘Woordenlijst Onze Taal’. Ruim honderd vrijwilligers hebben zich via Onze Taal aangemeld om assistentie te verlenen.

De groei van de Taaladviesdienst baart het bestuur enige zorg. Het aantal verzoeken om taaladvies nam in 1996 opnieuw toe, namelijk met 23% tot 7983. Een toenemend aantal vraagstellers (nu 53,5%) is (nog) geen lid van Onze Taal, waardoor de dienst steeds meer een publieksvoorziening wordt. De toenemende aandacht voor taalverzorging is verheugend, maar het bestuur zal zich moeten beraden op maatregelen om de Taaladviesdienst betaalbaar te houden.

De enorme belangstelling voor de congressen van Onze Taal in 1991, 1993 en 1995 was de reden om te kiezen voor een nieuwe congreslocatie. De Jaarbeurscongreszaal in Utrecht is met 1018 zitplaatsen herhaalde malen te klein gebleken; De Doelen in Rotterdam kan voor het congres van 1997 aan minstens 1800 bezoekers een plaats bieden.

Het boekenfonds van het genootschap breidt zich uit. In 1996 werd voor het eerst de Taalagenda uitgebracht. De jaarlijkse Taalkalender heeft zich na vier jaar bij tienduizenden kopers een vaste plaats verworven. In voorbereiding is een Taalalmanak, die zal uitkomen in het najaar van 1997.

● Financiën

Penningmeester drs. J. van der Steen RA geeft een toelichting op de financiële positie van het genootschap. Het verslagjaar 1996 is afgesloten met een batig saldo van f 152.160,-, nadat reserveringen zijn gemaakt ten behoeve van enkele noodzakelijke fondsen. Het financieel bijzonder gunstige jaar 1996 heeft de balans van het genootschap verder verbeterd. De opbrengsten namen toe met 21% (tot f 1.744.180,-) terwijl de kostenstijging beperkt bleef tot 7%. Het ledental steeg met ruim 3% tot 44.435 op 31 december 1996. De Nederlandse Taalunie verstrekte een subsidie van f 58.000,-.

Mevrouw mr. C.M. le Clercq-Meijer (1949) studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit te Leiden. In 1993 werd zij benoemd tot rechter bij de arrondissementsrechtbank te Den Haag. Voordien was zij onder meer gerechtssecretaris, gerechtsauditeur, plaatsvervangend rechter en secretaris van de Kamer van Toezicht over notarissen en kandidaatnotarissen.
Mevrouw drs. V.M.E. Kerremans (1947) studeerde Nederlands aan de Rijksuniversteit te Groningen. Zij is sinds 1990 senior-docent taalbeheersing/trainer communicatieve vaardigheden bij de Faculteit journalistiek en Communicatie van de Christelijke Hogeschool Windesheim te Zwolle. Mevrouw Kerremans is voorzitter van de onderwijscommissie Stichting Krant in de Klas en lid van de onderwijsadviescommissie van de Nederlandse Federatie Tertiair Onderwijs.

De kascommissie voor de goedkeuring van de staat van baten en lasten over 1997 zal volgend jaar bestaan uit de heren H.P. van Leeuwen RA en prof. dr. J.W. de Vries. De heer De Vries - die ook lid was van de kascommissie voor 1996 - vraagt zich op de vergadering af of de tijd niet is aangebroken om voortaan ook een accountantsverklaring te laten opmaken, gezien de sterk toegenomen geldstroom binnen de vereniging. In het bestuur is hier ook al over gesproken: het is er een voorstander van dat in de toekomst een dergelijke verklaring wordt toegevoegd. De statutaire kascommissie wordt daarmee niet overbodig: deze commissie voert namens de leden een andere beoordeling uit dan een externe accountant.

Het jaarverslag 1996, het verslag van de jaarvergadering 1996, het financieel verslag en het verslag van de kascommissie werden van een toelichting voorzien en door de leden goedgekeurd.

● Bestuurssamenstelling

De algemene vergadering kiest als nieuwe bestuursleden mevr. mr. C.M. le Clercq-Meijer en mevr. drs. V.M.E. Kerremans. Hiernaast zijn de curricula vitae van de nieuwe bestuursleden afgedrukt. Mevrouw Le Clercq is bereid in 1998 de functie van secretaris van het genootschap op zich te nemen.

De heer H.A.M. Hoefnagels treedt tijdens de vergadering af als bestuurs-

[p. 231]

lid; zijn maximale zittingstermijn is verstreken. Bijna acht jaar was hij voorzitter van het genootschap. Zijn opvolger, mr. F.W. Kist, prijst en dankt de scheidende voorzitter voor zijn inzet.

● Discussie

De heer A. Schrauwers uit zijn ontevredenheid over de wijze waarop nieuwe bestuursleden worden gekozen; de statuten vertonen volgens hem autocratische trekken op dit punt. Zo zou het beter zijn als de voorzitter door de ledenvergadering werd benoemd, en niet door het bestuur. De secretaris licht toe dat het bestuur de statuten nauwgezet toepast. De artikelen uit de statuten zijn enkele jaren geleden uitvoerig besproken op de jaarvergadering; de leden hebben de regels toen vastgesteld zoals ze nu zijn. Bestuursvacatures worden maanden vooraf in het tijdschrift bekendgemaakt. Kandidaten die zich melden, kunnen in een bestuursvoordracht worden opgenomen. Op deze wijze is nu bijvoorbeeld mevrouw Kerremans tot bestuurslid verkozen.

Een concrete uitwerking van de doelstelling van Onze Taal ontbreekt op de vergadering, vinden de heren R. Jansen en P.W. Vis. Het bestuur zou een uiteenzetting moeten geven van zijn initiatieven om gestelde doelen te bereiken, en de ledenvergadering zou het beleid dan kunnen toetsen en beoordelen, als kernpunt van de agenda. De nieuwe voorzitter zegt toe op de volgende jaarvergadering dieper te zullen ingaan op het gevoerde beleid van het genootschap.

De heren Schrauwers en Jasper stellen vast dat het bestuur onvoldoende actiebereidheid toont als het om de bescherming van het Nederlands gaat. De scheidende voorzitter stelt dat taalbeleid niet de primaire doelstelling van het genootschap is; Onze Taal is allereerst een forum voor discussie over taalgebruik. Concreet actievoeren ligt meer op de weg van de zusterorganisatie Stichting Let Op Uw Taal (LOUT). De bestuursleden Heestermans en Van Ditshuizen lichten de activiteiten van deze stichting toe. LOUT richt zich de laatste jaren op het bestrijden van Engelse woorden en teksten in Nederlandse reclame-uitingen. De roep om waar mogelijk Nederlandse equivalenten te gebruiken, vindt echter weinig ge- hoor bij het bedrijfsleven.