(Vergeten woorden)
Avanceren
Hans Heestermans
‘Heb je al eens over onze trouwdag gedacht... Als het dan toch moet, zou ik een beetje avanceren.’ Deze opwekking, die niet getuigt van een grote bewondering voor het huwelijk, staat te lezen in het boek Een lied van de Biesbosch van C. Baardman ('s-Gravenhage, 1944). Toen ik haar las, werd ik overspoeld door een grote golf van jeugdsentiment. Een beetje avanceren. Zo zeiden wij het niet precies in mijn Bergse dialect. Wel zo ongeveer, maar het klonk liefelijker. ‘Ei, kul, affeseer 's 'n bietje’, werd er geroepen als je, nog maar een klein jongetje zijnde (want dat is een kul), niet genoeg voortmaakte met fietsen, wandelen, huiswerk maken of afwassen.
Avanceren of affeseren is natuurlijk ontleend aan het Franse avancer. In de betekenis ‘opschieten’ komt het wellicht nog in verscheidene streektalen voor, maar in de algemene zin van ‘vorderingen maken’ heeft het zijn taaldood al lang moeten meemaken. Jef Last gebruikt het nog in zijn boek Elfstedentocht uit 1941:
Ik was ondertussen al tot de vijfde plaats geavanceerd, en daar even voorbij Bolsward kreeg ik nummer drie en vier te pakken.
Waarom verdwijnt zo'n woord? Klinkt het te deftig, omdat het Frans is? Nee, want accepteren, noteren, imiteren, grandioos en gouvernement hebben wel hun plaats in onze taal behouden. Is vorderen of opschieten duidelijker dan avanceren? Ook dat niet, want dat zou inhouden dat aannemen, optekenen en nabootsen ook ondubbelzinniger zouden zijn dan hun zojuist genoemde Franse equivalenten. Er zijn wel oorzaken aan te geven voor het verdwijnen van woorden. Een ervan is dat de zaak waarnaar het woord verwijst niet meer bestaat. Mensen van dertig jaar en ouder weten uit eigen ervaring nog wat een perronkaartje is; jongeren van twaalf bijvoorbeeld niet meer, want ze hebben het niet meegemaakt dat ze voor een dubbeltje een kaartje moesten kopen dat de toegang tot het perron legaliseerde en dat vereist was als je iemand naar de trein bracht en hem op het perron wilde uitzwaaien.
Maar opschieten is géén verouderd begrip. Dus het raadseltje van de verdwijning van avanceren is niet opgelost. Jammer van zo'n lekker woord, waarmee je ook nog van die fraaie samenstellingen kunt maken. Affeseerkwast bijvoorbeeld, een grote kwast voor lange halen, gauw klaar. En affeseerpudding, die zo snel te bereiden is. Of affeseerschoenen, gemakkelijke schoenen waarmee je flink kon voortstappen.
Laten we het gewoon maar weer gaan gebruiken.