● Een schoenenpaar
Er zijn meer manieren om de dubbelzinnigheid te laten verdwijnen, zegt Vos. Het eerste woord verkleinen bijvoorbeeld: een paartje schoenen bestaat nooit uit meer dan twee exemplaren. We kunnen ook een telwoord toevoegen: twee paren schoenen (of twee paar schoenen) hebben samen precies vier zolen. Nog een mogelijkheid is om de twee woorden samen te stellen tot één woord: een schoenenpaar bestaat uit hooguit een linker- en een rechterschoen.
Zelfstandignaamwoordgroepen zijn meestal anders opgebouwd dan een paar schoenen. Drie mooie dagen is een voorbeeld van zo'n ‘andere’ groep, een vrolijke, enthousiaste jongeling is er nog een. Er staat maar één zelfstandig naamwoord in (dagen, jongeling). De andere woorden zijn bijvoorbeeld lidwoorden (een), bijvoeglijke naamwoorden (vrolijke) of telwoorden (drie). We zien weliswaar twee zelfstandige naamwoorden in een boek over de natuur (boek, natuur), maar de natuur kan in zo'n geval niet zonder het voorzetsel over. Een tweede zelfstandig naamwoord in een groep is alleen toegestaan als het wordt ingeleid door een voorzetsel.
De woordgroep een paar schoenen is een uitzondering op die regel. Er zijn er meer: een bende dieven, een hoeveelheid graan, een bos rode rozen, een aantal mensen, een emmer bramen. Meestal geeft het eerste woord een hoeveelheid aan; uitzonderingen zijn alleen woordgroepen als een nieuw type vliegtuig en een soort manager. Een voorzetsel toevoegen kan in sommige gevallen wel (een bende van dieven, een bos met rode rozen), maar is niet strikt noodzakelijk. Dat is nogal merkwaardig. In de meeste andere talen kan het niet zonder voorzetsel. Neem het Engels: a pair of shoes, a gang of thieves en a new type of aeroplane zijn niet grammaticaal zonder of.