● Damesromans
Het belangrijkste bezwaar tegen het klakkeloos gebruik van vrouwen- is dat het de bekende gedachte in de hand kan werken dat vrouwen een homogene groep vormen. Hun werk kan wel samengenomen beoordeeld worden, liefst in een aparte vrouwenrubriek, op een speciale pagina, kortom in de marge van het werk van bijvoorbeeld echte kunstenaars, dat natuurlijk wél op velerlei manieren in allerlei stromingen en genres kan worden ingedeeld. Zo vergeleek Menno ter Braak bijvoorbeeld het werk van Carry van Bruggen - dat hij zeer bewonderde - niet met filosofisch-literair werk van vergelijkbare schrijvers uit die jaren, maar met ‘damesromans’, dat wil zeggen met het heel anders georiënteerde werk van vrouwelijke auteurs die niets anders met Van Bruggen gemeen hadden dan hun sekse.
De uitdrukkingen vrouwen en, vrouwen- en vrouwelijk zijn dus voor kritische schrijvers en sprekers zorgenkindjes. Soms moeten ze, soms mogen ze, en soms ook mogen ze absoluut niet gebruikt worden - wanneer men tenminste geen opvattingen over vrouwen wil ventileren waar men bij nader inzien niet achter staat.
Van Agnes Verbiest is in april 1997 bij Contact veschenen: De oorbellen van de minister. Taal en denken over vrouwen.
Prijs f 24,90. ISBN 90 254 2073 7