RPF: overheidsstudies moeten in het Nederlands
Onlangs verscheen er een voorstudie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onder de titel Fundamental questions about the future of health care. Daar is geen woord Nederlands bij, en ook de studie zelf is volledig Engelstalig. Dat schoot de Kamerleden Van Dijke en Rouvoet van het RPF in het verkeerde keelgat, en daarom stelden zij de regering er schriftelijk vragen over. Ze verwezen daarbij naar de regeringsnota over cultuur in de jaren 1997-2000, Pantser of ruggengraat, waarin te lezen staat: ‘Handhaving van het Nederlands als de taal die in Nederland gebruikt wordt in het onderwijs, het openbaar bestuur en de rechtspraak staat voorop.’ De Kamerleden wilden graag weten hoe het desondanks mogelijk is dat een studie van een adviesorgaan van de regering alleen in het Engels verscheen. En natuurlijk waren ze benieuwd naar wat de regering denkt te gaan doen om zoiets in de toekomst te voorkomen.
Weinig, zo blijkt uit het antwoord van de regering. Het ging hier, zo schrijft zij, om het verslag van een internationaal symposium, waaraan deskundigen uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Canada deelnamen. De voertaal was Engels, en ook de rapporteur was Engelstalig. De regering heeft er begrip voor dat de WRR in dit soort uitzonderingsgevallen alleen met een Engelse tekst komt - ook al omdat vertalen veel geld en tijd kost. Bovendien vraagt zij zich af of het vertalen van dergelijke gespecialiseerde studies ‘voor de toegankelijkheid veel verschil zou maken’.
Kamerlid Rouvoet erkent desgevraagd dat er ‘een element van redelijkheid’ in dit antwoord zit. Toch blijft hij vinden dat er ‘enige spanning’ zit tussen het uitgangspunt van de regering en de praktijk van een van haar adviesorganen. ‘Daar waar het kan, moet de regering het gebruik van het Nederlands bevorderen’, aldus Rouvoet.
Bron: Handelingen van de Tweede Kamer