Afscheidsgroeten vijftien jaar geleden
Frank Jansen
Wat vandaag nog nieuw en modern is, is morgen alweer verouderd, schrijft Renée van Bezooijen in het vorige stuk. Zij is van plan over vijf jaar weer een onderzoek te doen. Gelukkig hoeven we niet zo lang te wachten om een tipje opgelicht te krijgen van de sluier die over dit probleem hangt. In 1982 deden studenten van de Nieuwe Leraren Opleiding ‘Moller Instituut’ in Tilburg een onderzoekje naar wegwijsgesprekken. Het ging daarbij niet zozeer om de helderheid van de instructie als wel om de beleefdheid waarmee wegwijzers een onbekende te woord staan. Studenten gingen in Tilburg op twee straten afstand van het postkantoor, station of gemeentehuis staan en vroegen aan voorbijgangers de weg. Vervolgens schreven ze zo precies mogelijk op wat er gezegd was.
Er werden meer dan tweehonderd gesprekjes uitgeschreven. Een heleboel gesprekjes moesten het zonder afscheidsgroet stellen, bijvoorbeeld het kortste ‘gesprek’: - ‘Kunt u me de weg naar het postkantoor vertellen?’ - ‘Nee’. Bij veel andere gesprekken fungeerde oké als afsluiting. Dat is geen groet maar een reactie op de bijdrage bedankt van de vraagsteller. De wegwijzer laat met oké merken dat hij de dankbetuiging aanvaardt, maar steekt verder geen energie in afscheidgroeten.
Er bleven 69 afscheidsgroeten over. Ze staan in de volgende tabel:
da-ag |
31 |
dag |
26 |
dag mevrouw/meneer/jongeman |
4 |
tot ziens |
2 |
joe, jo |
2 |
hoi, hoa |
2 |
dag hoor |
1 |
middag |
1 |
Er zijn nogal wat verschillen tussen deze tabel en die van Van Bezooijen. Daar zijn allerlei oorzaken voor aan te wijzen. De voornaamste is denk ik dat in mijn tabel alleen groeten aan een vreemde jongen of vreemd meisje te vinden zijn die de groeter nooit meer zal zien. Daardoor zijn de informele groeten ondervertegenwoordigd. Toch kan het niet anders of een deel van de verschillen is toe te schrijven aan verandering. Ik noem er enkele:
- | doei en doeg zijn in Brabant nog niet zo lang favoriet; |
- | houdoe is zijn zegetocht als Brabantse identiteitsgroet ergens in de jaren tachtig begonnen, dus nadat Van Agt ermee koketteerde; |
- | tot ziens komt voor als afscheid bij |
een wegwijsgesprek. Deze wens mogen we niet letterlijk opvatten, want dat zou betekenen dat de wegwijzer zo weinig vertrouwen heeft in zijn instructie dat hij de verdwaalde wegvrager nog een keer zou tegenkomen.
Een verandering waar we tamelijk zeker van kunnen zijn, is het verdwijnen van de ‘nette’ groeten. Dat geldt het sterkst voor goeiemorgen/middag meneer/mevrouw, een formule waarvan M.C. van den Toorn al in 1977 aangaf dat die ‘zeer sterk op de terugtocht’ was. De volledige formule vinden we noch bij Van Bezooijen noch bij mij terug. Een afgeslankte versie van de tweewoordengroet (dag mevrouw, enz.) werd nog wel in 1982 gebruikt, maar is in 1996 uitgestorven. De laatste rest van de nette groet is goedemiddag, dat Van Bezooijen eenmaal aantrof.
Ten slotte nog iets over de twee meest voorkomende varianten dag en da-ag. Wat is het onderscheid tussen deze twee? Is het toeval dat de gerekte vormen niet met een naam gecombineerd kunnen worden? Hier ligt nog een heel onderzoeksveld braak. Ja, dahag.