Geschiedenis op straat
Vermaningstraat
Riemer Reinsma
Ooit waren alle straatnamen interessant. Een straatnaam gaf nog werkelijk informatie. Het was niet zomaar een naam, gekozen omdat hij zo aardig klonk (Hemelsblauw) of een dierbare herinnering was aan een bijna-uitgestorven ambacht (Schrijnwerkersgaarde), een voormalige vorst (Willem III-straat), een beroemde schilder (Rembrandtlaan) of een verdienstelijke burgemeester (Burgemeester Hovylaan). Een straatnaam vertelde iets over de plaats zelf. De naam Morsstraat verraadt dat hier in lang vervlogen eeuwen een moeras gelegen heeft, de Molenstraat voerde naar de plaats waar een molen stond - en, wie weet, nog staat. Straatnamen waren vaak wegwijzertjes.
De fatale ommekeer vond plaats in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen de bevolking begon te exploderen en er in een ongehoord tempo nieuwe wijken moesten worden aangelegd. Geen kwaad woord over de huidige straatnamencommissies, die zo nijver nieuwe namen verzinnen voor onze talloze nieuwbouwstraten, variërend van voormalige kastelen tot scheepsonderdelen, van beemden tot dreven, en van klassieke schrijvers tot hoogst actuele - ja, te actuele - politici. Maar jammer blijft het dat de moderne straatnamen niets meer vertellen over de geschiedenis ter plaatse.
In de serie ‘Geschiedenis op straat’ zal ik het hebben over straatnamen die wél iets over het verleden van een bepaalde plek zeggen. In de eerste aflevering: de Vermaningstraat.
De Vermaningstraten zijn niet bepaald gelijkmatig over het land verspreid. Ze liggen in de Zaanstreek en West-Friesland, op Texel en in de provincie Groningen. Zo is er in Krommenie een Vermaningstraat, in De Waal (Texel) een Vermaningspad en in Hippolytushoef een Vermaningsteeg. De geografische verspreiding van de Vermaningstraten komt nauwkeurig overeen met het gebied waar het leeuwendeel van de circa 19.000 doopsgezinden woont.
De Vermaningstraten, -stegen en -paden hebben hun naam namelijk te danken aan een doopsgezinde kerk. In een straat met die naam staat of stond een dergelijke kerk. Het woord vermaning werd oorspronkelijk gebruikt voor een preek. Niet alleen preken van doopsgezinden werden zo genoemd, ook die van andere gezindten. Zo maakt een bron uit de eerste helft van de zeventiende eeuw melding van een rooms-katholieke ‘vermaning’: ‘Den E (= Edelen) pater Gardiaan songe de veerskens ende de oratiën, daer nae dede hij een goede vermaninghe.’
Later droegen de doopsgezinden - en zij alleen - de naam vermaning over op het gebouw waar de preek afgestoken werd. Die speciale doopsgezinde betekenis, ‘kerkgebouw’, moet zich al vóór de achttiende eeuw hebben ontwikkeld. Dat kunnen we afleiden uit het volgende. In Wormer stond in de eerste helft van de achttiende eeuw een doopsgezinde ‘vermaning’ (kerk dus), die onder die naam bij de bevolking bekendstond. Niet ver daarvandaan stond een rooms-katholieke kerk. Het opvallende was nu dat deze laatste soms ‘de roomse vermaeningh’ werd genoemd.
Vermaning in de Vermaningsteeg te Hippolytushoef (gemeente Wieringen).
Vermaning komt ook als familienaam voor, denk maar aan de bekende (of misschien wel beruchte) Drentse amateur-archeoloog Tjerk Vermaning. Deze man moet voorouders hebben gehad die vlak bij een doopsgezinde kerk woonden en zich daarnaar genoemd hebben.
Met dank aan de heer A. Blijdorp, gemeente Wieringen.