● Vlammend of ijskoud
De taal van het meningsverschil kent allerlei uitdrukkingen die aangeven hoe de aan- of afwezigheid van emoties in een discussie wordt gewaardeerd. Een emotionele discussiant is warmbloedig, heetgebakerd of een heethoofd, die een gloedvol of vlammend betoog afsteekt en in het vuur van het betoog zijn standpunt met vuur verdedigt. Als zijn opponent het op een even emotionele manier met hem oneens is, dan raken de gemoederen al gauw verhit en ontspint zich een verhitte discussie waarvan de vonken afspatten, omdat het er heet toegaat. Een koele discussiant, die niet emotioneel is, wordt al gauw kil of zelfs ijskoud gevonden - en dat heeft meestal geen positieve invloed op het oordeel over zijn discussiebijdrage.
Blijkens deze uitdrukkingen wordt de aanwezigheid van emoties in een discussie geassocieerd met warmte, en het ontbreken ervan met kou. Gevoel is warm en verstand is koel. Toch wordt warm niet zonder meer negatief beoordeeld en koel niet zonder meer positief. Men heeft in het algemeen wel iets tegen een heethoofd, maar helemaal niets tegen een warmbloedige discussiant. En een gloedvol betoog is prima, als de discussie maar niet verhit raakt. Wie in een discussie het hoofd koel houdt, doet het goed, maar wie koud of kil reageert, komt onplezierig over. Warm mag dus niet te heet worden en koel niet te koud. Met andere woorden: enig gevoel wordt in discussies op prijs gesteld, mits het niet ten koste gaat van het verstand, en het is prima om je verstand te gebruiken, mits het gevoel behouden blijft.
Emoties worden in een discussie pas een storende factor als ze het verstand gaan overheersen, zodat ze de discussianten het zicht benemen op waar het in de discussie om begonnen is. Een goed voorbeeld daarvan is de discussie over het voornemen van Shell om de opslagtank Brent Spar in zee af te zinken. Volgens Shell-president Cor Herkströter was dat uit het oogpunt van veiligheid, milieu en kosten de beste oplossing, maar de emotionele reacties die op gang gebracht werden door de acties van Greenpeace, dwongen Shell van dit plan af te zien. Herkströter in een vraaggesprek met de Volkskrant (4 november 1995): ‘We waren niet in staat de feiten te laten spreken. (...) Emoties hadden de overhand. Dat vind ik nog steeds jammer. Ik heb opnieuw geleerd dat gelijk hebben niet hetzelfde is als gelijk krijgen. Dan moet je realistisch zijn.’
De emotionaliteit van een discussiebijdrage hoeft overigens niet alleen af te hangen van iemands werkelijke gemoedstoestand: een discussiant kan ook een verontwaardigde of verongelijkte toon aanslaan zonder de tentoongespreide gevoelens echt te bezitten. Dan worden die emoties strategisch gebruikt. En vaak met succes, zoals uit deze verzuchting blijkt:
De doorsneemens is vaak beter te beïnvloeden door in te spelen op emoties dan door een beroep te doen op weldoordachte rationele argumenten en betogen. Dat is ook de reden waarom intellectuelen het in de politieke strijd vaak zo moeilijk hebben.
(S.W. Couwenberg in de Volkskrant van 16 maart 1995)
Verhouden verstand en gevoel zich in discussies als water (koel) en vuur (warm)? Ja, tenminste als de absolute tegenstelling die de uitdrukking water en vuur aan ons opdringt van z'n scherpe kantjes wordt ontdaan.