gen, maar in het dagelijks taalgebruik zal niemand deze letterlijke betekenis aanhouden. Toch is de metafoor ook daar heel krachtig werkzaam, blijkens de vele combinaties met het woord standpunt die op de oorspronkelijke betekenis gebaseerd zijn. Wie wil weten wat iemand ergens van vindt, kan bijvoorbeeld vragen: ‘Hoe sta jij ertegenover?’ of ‘Waar sta jij in deze kwestie?’ Uit het antwoord blijkt dan welk standpunt de toegesprokene inneemt of op welk standpunt hij staat, zich plaatst of zich stelt. En wie geen standpunt wil innemen, houdt zich op de vlakte.
‘Staan’ lijkt overigens verbonden te zijn met een hoge mate van zekerheid: iets stáát vast, buiten kijf of als een paal boven water. Er is dan ook niet altijd sprake van staan. Als de spreker enige twijfel heeft, lígt het hoogstens in de rede of hángt het er nog om. En wie gaat uitleggen wat hij ergens van vindt, kan zeggen: ‘Het zít namelijk zo.’
Het veranderen van standpunt wordt vaak voorgesteld als het innemen van een andere positie: men gaat, draait of slaat om - en wie dat te vaak doet, is een draaikont of draaitol. Stilstaan is kennelijk de norm.
Ook kwalitatieve oordelen over
Een standpunt is ook een..
|
assertie |
oordeel |
attitude |
opinie |
bewering |
opstelling |
claim |
opvatting |
denkbeeld |
overtuiging |
dunk |
positie |
gedachte |
propositie |
gezichtspunt |
stelling |
houding |
stellingname |
idee |
theorema |
kijk |
theorie |
maxime |
these |
mening |
uitspraak |
meningsuiting |
visie |
oogpunt |
zienswijze |
standpunten zijn soms gekoppeld aan een ruimtelijke situering van de positie die iemand inneemt. Een positieve waardering is dan verbonden met het innemen van een (letterlijk) hoge positie, een negatieve waardering met een (letterlijk) lage: een verheven standpunt is mooi, een laag-bij-de-gronds standpunt is daarentegen niet zo best. Maar het standpunt mag ook weer niet te hoog uitkomen, want dan is het uit de lucht gegrepen of zweverig en loopt degene die het standpunt aanhangt met zijn hoofd in de wolken.
En niet alles wat dicht bij de grond blijft, is verkeerd, want een solide standpunt is gefundeerd of gegrond en goed onderbouwd en niet op drijfzand gebouwd. Het is goed om met beide benen op de grond te staan, want wie geen been (of poot) heeft om op te staan, kan ook niet voet bij stuk houden.