Etymofilie
Basalt
Ewoud Sanders (m.m.v. Jaap Engelsman)
Basalt is een zeer solide, donker gesteente van vulkanische oorsprong, dat per vierkante centimeter wel drieduizend kilo kan dragen - zeg maar een flinke bestelwagen. Omdat basalt bovendien in de natuur voorkomt in praktische, potloodvormige zuilen die zich gemakkelijk op lengte laten hakken, is het de ideale bekleding voor zwaarbeproefde oppervlakken als kaden en beschoeiingen. Daarvoor wordt het sedert het begin van de vorige eeuw veelvuldig gebruikt.
In een verder verleden hield men met basalt geen natuurlijke, maar menselijke vijanden op afstand: de Romeinen bouwden vestingmuren van blokken basalt, waarvan sommige nu al tweeduizend jaar lang het verval trotseren. Zij noemden deze steen basaltes. Dat woord is bekend uit de Natuurlijke Historie van de geleerde Plinius (23-79 n.Chr.), die sinds de 16de eeuw ijverig werd bestudeerd. Vele moderne talen hebben sindsdien basaltes geleend in de vorm basalt. Toen dit woord goed en wel ingeburgerd was, ontdekte men dat de vorm basaltes op een vergissing berustte. Van de meeste teksten uit de oudheid, ook die van Plinius, zijn geen originelen bewaard gebleven. Wij kennen ze uit middeleeuwse, telkens weer met de hand geschreven kopieën. Bij dat overschrijven werden natuurlijk fouten gemaakt. Pas in 1831 bleek na tekstvergelijkingen dat er bij Plinius oorspronkelijk niet basaltes had gestaan, maar basanites, dat teruggaat op het Griekse basanitès (lithos) of basanos ‘basan-steen’.
In de oudheid was basalt veelal afkomstig uit Egypte. Vele taalkundigen hebben dan ook daar de oorsprong van het woord gezocht, en meenden deze te hebben gevonden in het Egyptische woord bahan. Volkomen bevredigend was deze verklaring niet, want het was niet duidelijk hoe bahan in het Grieks de vorm basanos had kunnen krijgen.
Voor dit probleem is de volgende oplossing voorgesteld: het Griekse basanitès (lithos) kan worden opgevat als ‘steen uit Basan’. Basan is de vroegere naam van een gebied in Syrië, ten oosten van het Meer van Tiberias. Wie vertrouwd is met de bijbel zal de naam meteen herkennen, bijvoorbeeld uit Psalm 68: ‘de berg Basan is een berg Gods, de berg Basan is een bultige berg’. De vraag is natuurlijk: was of is er basalt in Basan? De Christelijke encyclopaedie (1925) geeft hierop een duidelijk antwoord. Ze schrijft met nadruk over de ‘zwarte basalthuizen, poorten en deuren [die] nog heden de bewondering der reizigers’ opwekken. Niet minder dan zestig ommuurde steden hebben de Israëlieten hier indertijd ingenomen (Deuteronomium 3:4). Als die allemaal uit de lokale steensoort waren opgetrokken, hebben zij er een zware dobber aan gehad.